Lijst van punten

Er zijn 5 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Vrede → in het bovennatuurlijk leven .

Ik ga nu verder met deze samenspraak voor het oog van God met een aantekening van jaren geleden die nog niets aan actualiteit ingeboet heeft. Ik had destijds een paar overwegingen van Teresa van Avila weer opgenomen: “Alles is niets. En minder dan niets is, wat gebeurd is en God niet welgevallig is” (H. Teresa van Avila, Het boek van haar leven, 20, 26). Begrijpt u waarom een ziel geen vrede en rust meer geniet, wanneer zij zich afwendt van haar doel, wanneer zij vergeet dat God haar geschapen heeft voor de heiligheid? Dwing uzelf deze bovennatuurlijke visie nooit los te laten, ook niet op momenten van verstrooiing en rust die in ieders leven even noodzakelijk zijn als het werken.

U kunt heel wel de top van uw beroep bereiken; u kunt dank zij uw eigen initiatief de meest klinkende successen behalen in uw werkzaamheden; maar als u de zin voor het bovennatuurlijke, die leiding moet geven aan alle menselijk handelen, verliest, bent u op een betreurenswaardige manier op de verkeerde weg.

Maar laten we naar ons onderwerp terugkeren. Ik zei u zojuist al, dat zelfs al behaalt u de meest in het oog vallende successen op sociaal gebied, op het vlak van uw openbare bezigheden of in uw beroepswerkzaamheden, maar u laat uw innerlijk leven op zijn beloop en u verwijdert u van de Heer, dan bent u ronduit een mislukkeling. Voor God, en dat is wat uiteindelijk telt, behaalt hij de overwinning die vecht om zich als een authentiek christen te gedragen; er bestaat geen middenweg. Daarom kent u zoveel mensen die gemeten naar hun vanuit menselijk standpunt bekeken situatie wel erg gelukkig moeten zijn en die toch een onrustig, ontevreden bestaan leiden. Ze schijnen vreugde in overvloed te hebben, maar zodra u een beetje aan hun ziel begint te kietelen, krijgt u een wrange smaak, bitterder dan gal. Als we werkelijk proberen altijd de wil van God te doen, Hem eer te brengen, Hem te loven en zijn koninkrijk te verbreiden over alle schepselen, zal dat bij ons nooit het geval zijn.

Dit is het ogenblik om uit te roepen: herinner U de beloften die Gij mij gedaan hebt om mij met hoop te vervullen; dat troost mij, want ik ben niets en het vervult mijn leven met kracht (vgl. Ps 119, 49­50). De Heer wil, dat wij op hem rekenen, in alles. Het is ons duidelijk dat wij zonder Hem niets vermogen (vgl. Joh 15, 5), maar dat met Hem geen zee ons te hoog gaat (vgl. Fil 4, 13). Ons besluit altijd voort te gaan in zijn tegenwoordigheid wordt bevestigd (vgl. Ps 119, 167).

Met de verlichting door God van ons schijnbaar inactieve verstand is het duidelijk, dat de Schepper die zorg heeft voor allen —ook voor zijn vijanden— de meeste zorg zal hebben voor zijn vrienden. Wij kunnen ervan overtuigd zijn, dat ons geen kwaad of tegenspoed kan overkomen, dat zich niet ten goede zal wenden. Blijdschap en vreugde worden in onze geest dusdanig versterkt, dat geen menselijk motief ons die kan ontrukken, omdat deze 'bezoekingen' steeds iets van Hem in ons achterlaten, iets goddelijks. Wij zullen God onze Heer loven, die grote ondoorgrondelijke dingen in ons verricht heeft (vgl. Job 5, 9), en begrijpen, dat wij geschapen zijn met het vermogen een onuitputtelijke schat te bezitten (vgl. Wijsh 7, 14).

Gelijk het hert dat reikt naar waar het water stroomt (Ps 42, 2) zijn wij toegesneld; dorstig, met een mond die schreeuwt om water, droog en gevoelloos. Wij willen drinken uit deze bron met levend water. Deze bron droogt nooit op. Gedurende de dag vermeien wij ons in de frisse en overvloedige waterstromen die opborrelen ten eeuwigen leven (vgl. Joh 4, 14). Woorden schieten te kort, omdat dit niet in taal uitgedrukt kan worden; het verstand komt tot rust. Het redeneren verstomt, het aanschouwen begint. En de ziel barst opnieuw uit in zingen en heft een nieuw gezang aan, want zij voelt en weet, dat God haar met verliefde blik beziet, elk uur van de dag.

Ik heb het hier niet over uitzonderlijke omstandigheden. Het zijn, althans het kunnen heel goed zijn, de gewone verschijnselen van onze ziel: een liefderijke dwaasheid die ons leert lijden en leven, omdat God de Wijsheid verleent. Wat een hemelse rust, wat een vrede heerst er dan op de smalle weg die voert naar het leven! (Mat 7, 14).

Ascese? Mystiek? Daar maak ik me geen zorgen om. Laat het ascese zijn, ofwel mystiek; wat doet het er toe? Het is een gunst van God. Als u probeert te mediteren, zal God zijn hulp niet weigeren. Geloof en geloofsdaden: daden, want de Heer —u hebt het vanaf het begin kunnen vaststellen, en ik heb het op zijn tijd onderstreept— eist elke dag meer. Dit is al contemplatie en eenwording. Zo zou het leven van veel christenen moeten zijn, ieder vooruitgaand op zijn eigen geestelijke weg —en dat zijn er ontelbaar veel— tijdens de bezigheden in de wereld, ook al zijn zij zich dat niet bewust.

Een gebed en een gedrag die ons niet afhouden van onze gewone activiteiten, die ons te midden van deze nobele, aardse inspanning naar de Heer leiden. Alle doen en laten verheffen tot de Heer, zo vergoddelijkt het schepsel de wereld. Ik heb heel vaak de mythe van koning Midas verteld die alles wat hij aanraakte in goud veranderde. In het goud van bovennatuurlijke verdiensten kunnen wij alles veranderen wat wij aanpakken, ondanks onze persoonlijke missers.