Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Hoogmoed → gevoeligheden en ijdele fantasiën.

Kleine dingen en kinderleven

Als ik denk aan de mensen onder u die er met het voorbijgaan der jaren nog altijd plezier in hebben te dromen —loze kinderdromen, zoals die van Tartarin de Tarascon— over de leeuwenjacht thuis in de gang waar hoogstens ratten zijn en verder niet veel bijzonders; als ik aan hen denk, zei ik, heb ik zin de goddelijke grootsheid van het trouw vervullen van de gewone dagelijkse plicht in herinnering te brengen, een grootsheid die bereikt wordt door strijd die de Heer met vreugde vervult en waarvan Hij als enige bij ieder van ons weet heeft.

Weest ervan overtuigd, dat u meestal geen schitterende heldendaden hoeft te verrichten, onder andere niet omdat u de gelegenheid daartoe niet eens krijgt. Maar aan de andere kant zult u alle kans krijgen om uw liefde voor Jezus Christus te bewijzen in kleine dingen, in het gewone. “De grootheid van de ziel vertoont zich ook in wat klein is. —legt de heilige Hiëronymus uit— Wij bewonderen de Schepper niet alleen in de hemel en de aarde, in de zon en de oceaan, in de olifanten, kamelen, runderen, paarden, luipaarden, beren en leeuwen; wij bewonderen hem ook in de heel kleine dieren als de mieren, de muggen, vliegen, wormpjes en andere beesten van dat soort, die we beter van uiterlijk dan van naam kennen. We bewonderen hetzelfde meesterschap zowel in de grote dieren als in de kleine. Zo zal ook de ziel die zich aan God geeft, zich met dezelfde ijver toeleggen op kleine dingen als op grote” (H. Hiëronymus, Epistolae, 60, 12 (PL 22, 596)).

Natuurlijkheid en eenvoud zijn twee prachtige menselijke deugden die de mens in staat stellen de boodschap van Christus te ontvangen. En, in tegenstelling daarmee, vormt alles wat verward en gecompliceerd is, wat om zichzelf draait en kronkelt, vaak een muur die een beletsel is om de stem van de Heer te horen. Denk aan wat Christus de Farizeeërs hard verwijt: ze hebben zich verstrikt in een sluwe wereld waar je tienden moet betalen over mint, dille en komijn, terwijl de wezenlijkste plichten uit de wet, rechtvaardigheid en geloof, veronachtzaamd worden. Met veel zorg filtreren ze alles wat ze drinken, opdat er geen mug doorschiet, maar ze schrokken een kameel naar binnen (vgl. Mat 23, 23-24).

Nee. Noch het leven van een goed mens die —buiten zijn schuld— Christus niet kent, noch het leven van een christen is vreemd, buitenissig. Die natuurlijke deugden waar we vandaag gedachten aan gewijd hebben, leiden allemaal tot dezelfde slotsom. Werkelijk mens is hij die tracht waarachtig, loyaal, oprecht, moedig, matig, edelmoedig, rustig, rechtschapen, ijverig, geduldig te zijn. Een dergelijk gedrag kan moeilijk zijn, maar nooit vreemd. Als sommigen zich hierover verbazen, zal dat wel zijn omdat ze met vertroebelde blik kijken, beneveld door een heimelijke lafheid, door gebrek aan vastberadenheid.

Als we over hoogmoed horen spreken, hebben we misschien een heerszuchtig, overweldigend karakter voor ogen; horen we luide stemmen de overwinnaar toejuichen die, als een Romeins keizer, onder de hoge triomfbogen voorbijtrekt en aanstalten maakt zijn hoofd te buigen, omdat hij bang is zijn glorieuze voorhoofd tegen het witte marmer te stoten.

Laten we met beide benen op de grond blijven: die hoogmoed bestaat alleen in de fantasie van een dwaas. De vormen van hoogmoed waar wij tegen moeten strijden zijn veel moeilijker te herkennen, maar komen veel vaker voor: de neiging onze eigen voortreffelijkheid hoger te achten dan die van de naaste; ijdelheid in gesprekken, gedachten en gebaren; de bijna ziekelijke overgevoeligheid die zich geraakt voelt door woorden of daden die op geen enkele manier beledigend zijn.

Dat alles kan een gewone bekoring zijn en is het in feite ook. De mens acht zichzelf een zon en het middelpunt van zijn omgeving. Alles moet om hem draaien en het is geen uitzondering als hij, in zijn ziekelijk verlangen, zijn toevlucht neemt tot het veinzen van pijn, verdriet en ziekte, opdat anderen hem verzorgen en vertroetelen.

De verbeelding is de broedplaats voor het grootste deel van de conflicten in het innerlijk leven van veel mensen: ze hebben gezegd; ze zullen wel denken; ze schenken aandacht aan mij… En die arme ziel lijdt door zijn droeve ingebeeldheid, vanwege argwaan die geen wortels in de werkelijkheid heeft. In dit ongeluksavontuur is de ziel geen moment vrij van bitterheid en is hij bezig bij anderen onrust te stoken. Die ziel kent geen nederigheid, die heeft niet geleerd zichzelf te vergeten door zich te geven, vol edelmoedigheid, ten dienste van anderen uit liefde tot God.

Verwijzingen naar de H. Schrift