Lijst van punten

Er zijn 4 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is liefde → eucharistie en liefde.

De heilige Mis in het leven van de christen

De heilige Mis, die het geschenk van de Drie-eenheid aan de Kerk is, plaatst ons voor de fundamentele mysteries van het geloof. Het is dan ook duidelijk dat de Mis het centrum en de wortel van het geestelijk leven van de christen is. Daar zijn alle sacramenten op gericht (zie H. Thomas, Summa theologiae, III, q. 65, a. 3). In de heilige Mis komt het leven van de genade, dat bij het doopsel in onze ziel werd gelegd en door het vormsel gesterkt verder groeit, tot volle ontplooiing. Wanneer wij deelnemen aan de heilige Eucharistie, schrijft de heilige Cyrillus van Jeruzalem, ondervinden wij de geestelijke inwerking van de heilige Geest, die ons vergoddelijkt. Hij maakt ons niet alleen gelijkvormig aan Christus zoals bij het doopsel, maar maakt ons geheel en al gelijk aan Christus, door ons deelgenoot te maken van de volheid van Jezus Christus (Catechese, 22, 3).

De uitstorting van de heilige Geest die ons gelijkvormig maakt aan Christus, leidt ons tot het besef dat wij kinderen van God zijn. Wij leren van de Vertrooster die liefde is, ons hele leven op die deugd te baseren en daarom kunnen wij, consummati in unum, volmaakt één met Christus (Joh 17, 23), voor de mensen zijn wat de heilige Augustinus zegt van de Eucharistie: een teken van eenheid, een band van liefde [In Ioannis Evangelium tractatus, 26, 13 (PL 35, 1613)].

Het is niets nieuws als ik zeg dat sommige christenen een heel armoedige kijk op de heilige Mis hebben; voor velen gaat het daarbij slechts om een ritueel, zo niet om een sociale gewoonte. Dat komt doordat ons hart in zijn kortzichtigheid in staat is zelfs het grootste geschenk van God aan de mensen uit sleur te ontvangen. In de heilige Mis, in deze Mis die wij nu vieren, ik herhaal het nog eens, is de allerheiligste Drie-eenheid op een bijzondere wijze werkzaam. Alleen met een volledige overgave van lichaam en ziel kunnen wij aan zoveel liefde beantwoorden: we horen God, we spreken met Hem, we zien Hem, we proeven Hem. En als woorden tekortschieten kunnen we zingen en onze tong gebruiken — Pange, lingua! loof, mijn tong! — om in aanwezigheid van heel de mensheid de grootheid van de Heer te bezingen.

Het brood van het eeuwige leven

Nu we dit overdenken zou ik graag willen dat wij ons bewust worden van onze zending als christen en dat we onze ogen weer richten op de heilige Eucharistie, op Jezus die onder ons aanwezig is en ons tot zijn ledematen heeft gemaakt: Vos estis corpus Christi et membra de membro, gij zijt het lichaam van Christus, en ieder van u is een lid van dit lichaam (1 Kor 12, 27). God heeft besloten in het tabernakel te blijven om ons te voeden, te sterken, ons te vergoddelijken en ons werk en onze inspanningen doeltreffend te maken. Jezus is tegelijk de zaaier, het zaad en de vrucht van het zaaien: het brood van eeuwig leven.

Dit wonder van de heilige Eucharistie, dat voortdurend wordt hernieuwd, heeft alle kenmerken van de manier waarop Jezus handelt. Als volmaakt God en volmaakt mens, als de Heer van hemel en aarde, biedt Hij zich op een heel natuurlijke en gewone manier als dagelijks voedsel aan ons aan. Zo wacht Hij al tweeduizend jaar op onze liefde. Dat is erg lang, maar ook weer niet, want waar liefde is vliegen de dagen voorbij.

Dit doet me denken aan een lieflijk gedicht uit Galicië, een van de liederen van Alfonsus X, de Wijze. Het is de legende van een monnik die in zijn eenvoud aan de Maagd Maria vroeg om de hemel te mogen zien, al was het maar voor een ogenblik. Zij verhoorde zijn wens en de goede monnik werd meegenomen naar het paradijs. Toen hij terugkwam herkende hij niet één van de bewoners van het klooster: zijn gebed, dat hem heel kort had geleken, had drie eeuwen geduurd. Drie eeuwen zijn niets voor een hart dat werkelijk liefheeft. Zo zie ik de tweeduizend jaar wachten van Onze Lieve Heer in de Eucharistie. Het is het wachten van God die de mensen liefheeft, die ons zoekt, die van ons houdt zoals we zijn — beperkt, egoïstisch en grillig — maar met de capaciteiten om zijn oneindige liefde te ontdekken en ons helemaal aan Hem te geven.

Uit liefde en om ons te leren liefhebben is Jezus op aarde gekomen en bij ons gebleven in de Eucharistie. Die de zijnen in de wereld had bemind gaf hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe (Joh 13, 1). Met deze woorden begint de heilige Johannes te vertellen wat er op die vooravond van Pasen gebeurde toen Jezus, zoals de heilige Paulus schrijft, brood nam, en na gedankt te hebben het brak en zei: Dit is mijn lichaam voor u. Doet dit tot mijn gedachtenis. Zo ook nam Hij na de maaltijd de beker, met de woorden: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. Doet dit elke keer dat gij hem drinkt, tot mijn gedachtenis (1 Kor 11, 23-25).

Omgaan met Jezus in het Woord en het Brood

Opdat wij het aandurven contact met Hem te zoeken gaat Jezus verborgen in het heilig altaarsacrament; Hij wil ons dagelijks voedsel zijn, zodat wij één kunnen worden met Hem. Toen Hij zei los van Mij kunt gij niets( Joh 15, 5) veroordeelde Hij de christen niet tot inefficiëntie en heeft Hij hem ook niet gedwongen tot een moeizaam zoeken naar zijn Persoon. Hij is, volledig beschikbaar, onder ons gebleven.

Wanneer wij ons bij het opdragen van het heilig Misoffer rond het altaar verenigen, wanneer we de heilige hostie aanbidden die uitgesteld is in de monstrans of in het tabernakel wordt bewaard, dan kunnen we ons geloof levendiger maken door te denken aan dat nieuwe bestaan dat voor ons is weggelegd en we kunnen ons door de warmte en liefde van God laten raken.

Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en het gebed (Hand 2, 42). Zo beschrijft de Schrift ons het leven van de eerste christenen: door het geloof van de apostelen in een volmaakte eenheid verenigd bij de deelname aan de Eucharistie, eensgezind in het gebed. Geloof, Brood, Woord.

Jezus in de Eucharistie is een garantie voor zijn aanwezigheid in onze ziel, voor zijn macht die de wereld in stand houdt, voor zijn heilsbeloften waardoor de mensenfamilie als het einde der tijden gekomen is geholpen wordt om voor altijd in het huis van de hemel te kunnen wonen, bij God de Vader, God de Zoon en God de heilige Geest: de allerheiligste Drie-eenheid, de Ene God. Heel ons geloof is erbij betrokken als we in Jezus geloven, in zijn reële aanwezigheid onder de gedaanten van brood en wijn.

Het brood en de oogst: gemeenschap met alle mensen

Jezus, zei ik jullie aan het begin, is de zaaier. En door de christenen zet Hij zijn goddelijk zaaien voort. Hij drukt het zaad in zijn gewonde handen, doordrenkt het met zijn bloed, reinigt het, zuivert het en strooit het uit in de voren die de wereld symboliseren. Hij strooit de korrels één voor één uit, opdat iedere christen in zijn eigen omgeving getuigenis geeft van de vruchtbaarheid van de dood en de verrijzenis van de Heer.

In de handen van Christus moeten we ons door zijn verlossend bloed laten doordrenken, ons in het rond laten strooien en het leven aanvaarden zoals God het voor ons wil. We moeten ervan overtuigd zijn dat het zaad in de aarde moet vallen en moet sterven als het vrucht wil dragen (zie Joh 12, 24] Daarna schiet de halm op en komt de aar tevoorschijn. De aar wordt brood dat door God zal worden omgezet in het Lichaam van Christus. Zo verenigen wij ons opnieuw met Jezus die de zaaier is. Omdat het brood één is, vormen wij allen samen één lichaam, want allen hebben wij deel aan het ene brood (1 Kor 10, 17).

Laten we nooit uit het oog verliezen dat er geen vruchten zijn als er niet eerst gezaaid wordt. Als we willen dat de mensen Christus leren kennen en, als ze Hem eenmaal kennen, naar Hem gaan hongeren, dan moeten we het woord van God edelmoedig uitstrooien. Dit feest van Sacramentsdag, Corpus Christi, het Lichaam van Christus, het Brood des levens, is een welkome aanleiding om te mediteren over de honger naar waarheid, naar gerechtigheid, eenheid en vrede die we bij de mensen kunnen zien. Wat de honger naar vrede betreft kunnen we met de heilige Paulus zeggen: Christus is onze vrede, pax nostra (Ef 2, 14). Het verlangen naar waarheid moet ons eraan herinneren dat Jezus de weg, de waarheid en het leven is (Joh 14, 6). De mensen die naar de eenheid verlangen moeten wij naar Christus leiden die ons vraagt om consummati in unum, volmaakt één te zijn (Joh 17, 23] De honger naar gerechtigheid moet ons naar de bron van de eendracht onder de mensen brengen: naar het goddelijk kindschap waardoor we broeders en zusters zijn van elkaar.

Vrede, waarheid, eenheid, gerechtigheid. Wat moeilijk lijkt het soms om de hindernissen te overwinnen die de saamhorigheid tussen de mensen in de weg staan! En toch zijn wij christenen geroepen om dat grote wonder van de broederlijkheid waar te maken: om met Gods genade te bereiken dat de mensen elkaar christelijk behandelen, elkanders lasten dragend, (Gal 6, 2) door het gebod van de liefde te beleven dat de band van de volmaaktheid is en de samenvatting van de wet (zie Kol 3, 14; Rom 13, 10).