Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Voorzichtigheid → de effectieve middelen gebruiken .

Voor wie op elk moment meester over zichzelf wil zijn, heb ik een goede raad. Probeer uzelf zonder vrees en zonder aarzelen tot het uiterste van alles te onthechten. En verder moet u, als u uw verplichtingen tegenover uzelf, gezin, familie nakomt… alle eerlijke aardse middelen met een goede bedoeling gebruiken. En denk daarbij aan het dienen van God, van de Kerk, van uw gezin, aan uw werk, uw land, aan de hele mensheid. Denk eraan dat het belang van iets niet ligt in het al dan niet bezitten van dat iets, maar in de vraag of men handelt overeenkomstig de waarheid die het christelijk geloof ons voorhoudt: de geschapen dingen zijn alleen maar middelen, verder niets. Denk niet er iets definitiefs in te zien, dat is een luchtspiegeling. Verzamelt u geen schatten op aarde, waar ze door mot en worm vergaan en waar dieven inbreken om te stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar ze niet door mot of worm vergaan en waar dieven niet inbreken om te stelen. Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn (Mat 6, 19­21).

Als iemand zijn geluk enkel en alleen in de dingen van hier beneden zoekt —ik heb wat echte tragedies gezien— laat hij het verstandig gebruik ervan ontaarden en verstoort hij de orde die de Schepper in zijn wijsheid gewild heeft. Het hart wordt dan ongelukkig en onbevredigd. Het slaat de weg in van het eeuwig ongenoegen en wordt uiteindelijk al op aarde slaaf, slachtoffer van juist die dingen die hij misschien ten koste van onmeetbare inspanningen en ontberingen verworven heeft. Maar op de allereerste plaats druk ik u op het hart nooit te vergeten, dat God geen plaats, geen woning vindt in een hart dat bevuild is door ongeordende, grove, ijdele liefde. Niemand kan twee heren dienen: hij zal de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhangen en de ander verachten. Gij kunt niet God dienen en de mammon (Mat 6, 24). “We moeten ons hart dus richten op de liefde die ons gelukkig kan maken… We moeten ons verlangen richten op de schatten van de hemel” (H. Johannes Chrysostomus, In Matthaeum homiliae, 63, 3 (PG 58, 607)).

Herinnert u zich de parabel van de barmhartige Samaritaan? Er is die man, die op de weg is blijven liggen. Een stel dieven heeft hem beroofd tot op de laatste stuiver en daarbij zwaar verwond. Een priester van de Oude Wet komt langs en even later een leviet. Zij vervolgen allebei hun weg zonder zich om hem te bekommeren. Toen kwam er een Samaritaan die op reis was, bij hem; hij zag hem en kreeg medelijden; hij trad op hem toe, goot olie en wijn op zijn wonden en verbond deze; daarna tilde hij hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en zorgde volledig voor hem (Luc 10, 33­34). Ziet u, dat de Heer dit voorbeeld niet alleen maar aan een paar uitverkoren zielen voorhoudt, want hij vervolgt onmiddellijk, als antwoord aan de vraagstellers —en aan ieder van ons—: ga dan en doe gij evenzo (Luc 10, 37).

Daarom, als wij in ons eigen leven of in dat van anderen stuiten op iets wat niet deugt, iets wat geestelijke en menselijke hulp vergt die wij, kinderen van God, kunnen en moeten verlenen, zal een duidelijk blijk van verstandigheid bestaan uit het volledig, met liefde en kracht, met oprechtheid toedienen van het juiste geneesmiddel. Terughoudendheid is hier niet op haar plaats. Het is een grote vergissing te denken dat problemen opgelost worden door nalatigheid of uitstel.

Verstandigheid eist dat men —altijd als de situatie het vraagt— het medicijn volledig, zonder het te verzachten, gebruikt nadat men de kwaal gediagnostiseerd heeft. Bij het ontdekken van de kleinste ziektesymptomen moet men eerlijk en oprecht zijn, zowel bij het geven als bij het ontvangen van hulp. In die gevallen moet men goedvinden dat degene, die in staat is in naam van God heelmeester te zijn, de wond schoonmaakt, van buiten naar binnen, steeds dichter naar de kern, tot alle etter er uit is en de infectiehaard goed schoon achterblijft. Wij moeten dit eerst op onszelf toepassen. Daarna op de mensen die we om redenen van rechtvaardigheid en liefde verplicht zijn te helpen. In mijn gebed beveel ik in het bijzonder de ouders aan en degenen die zich op vormingsactiviteiten en onderwijs toeleggen.

Menselijk opzicht

Laat geen enkele huichelachtige reden ons weerhouden; pas het juiste medicijn toe. Maar laat uw hand als die van een moeder zijn, met de grenzeloze tederheid van onze moeders, waarmee ze de grote of kleine wonden van de speel- en valpartijen uit onze jeugd behandelden. Als er een paar uur gewacht moet worden, wacht dan, maar nooit langer dan absoluut noodzakelijk, want een andere handelwijze komt voort uit gemakzucht, lafheid, wat heel andere zaken zijn dan verstandigheid. Laat iedereen, en in de eerste plaats degenen onder u die anderen moeten vormen, de vrees voor het desinfecteren van wonden uitbannen.

Het is mogelijk dat iemand mensen die wonden moeten verzorgen en die er niet toe komen hun opdracht uit te voeren, of het niet willen, in het oor fluistert: Meester, wij weten dat gij oprecht zijt… (Mat 22, 16). Luister niet naar die ironische lofspraak. Wie zich niet inspant om zijn taak ijverig tot een einde te brengen, is geen meester, omdat hij niet de ware weg onderwijst. Hij is evenmin oprecht, want in zijn valse verstandigheid overschrijdt hij —omdat hij ze overdreven vindt, of ze minacht— de duidelijke normen die duizend maal beproefd zijn door rechtschapen gedrag van jaren en leiding geven, door kennis van menselijke zwakheid en door de liefde voor elk schaap. Op grond van deze normen moet hij spreken, optreden, belangstelling tonen.

Dwaalleraren worden beheerst door de vrees de waarheid bloot te leggen. Alleen al de gedachte —de plicht— in bepaalde omstandigheden een pijnlijk tegengif toe te dienen, verontrust hen. Een dergelijke handelwijze —wees daarvan overtuigd— heeft niets te maken met verstandigheid, vroomheid of wijsheid. Die houding weerspiegelt kleinmoedigheid, gebrek aan verantwoordelijkheid, onverstand en dwaasheid. Het zijn dezelfde mensen die later, ten prooi aan een paniek vanwege de ramp, trachten het kwaad af te wenden, als het te laat is. Zij zijn vergeten dat de deugd van verstandigheid vergt dat we de rijpe, in alle rust doordachte en op ervaring van eeuwen stoelende raad 'tijdig' moeten overnemen en doorgeven; zonder vooroordelen en onbelemmerd.

Verwijzingen naar de H. Schrift