Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Allerheiligste maagd  → Moeder van de Kerk.

Het verhaal van het evangelie gaat verder: En zij zonden hun leerlingen —leerlingen van de Farizeeën— op Hem af, samen met de Herodianen, om te vragen: Meester… (Mat 22, 16). Let eens op het gedraai van woorden waarmee ze Hem Meester noemen. Zij doen alsof zij Hem bewonderen en zijn vrienden zijn, zij kennen Hem het gezag toe van iemand die iets te onderwijzen heeft. Magister, scimus quia verax es (Ibidem), Magister, Meester wij weten dat Gij oprecht zijt…! Wat een onbeschaamde slimmigheid! Hebt u ooit zo'n dubbelhartigheid gezien? Wees in deze wereld op alles voorbereid. Wees niet achterdochtig of wantrouwig, maar voel liever op uw schouders —denk maar aan het beeld van de Goede Herder dat we kennen uit de catacomben— de last van dat schaap, dat niet een enkele ziel is, maar de gehele Kerk, de hele mensheid.

Door het grootmoedig aanvaarden van die verantwoordelijkheid zult u stoutmoedig zijn en zult u verstandig zijn in het verdedigen van en het staan op de rechten van God. Dan zullen velen u om de rechtschapenheid van uw gedrag beschouwen als meester en u zo noemen, zonder dat u dat nastreeft. Wij zoeken geen aardse roem. Maar wees niet verbaasd als er tussen de mensen die naar u toe komen ook een paar glippen die u alleen maar willen vleien. Grif in uw ziel wat u me al zo vaak hebt horen zeggen: laster, roddel, menselijk opzicht, noch het wat-zullen-ze-ervan-zeggen, en nog minder schijnheilige eerbewijzen, mogen ons ooit weerhouden onze plicht te doen.

Moeder van de Kerk

Ik houd ervan in gedachten terug te gaan naar de jaren waarin Jezus bij zijn moeder was, jaren die bijna het hele leven van Onze Heer beslaan. Ik zie Hem als klein kind, wanneer Maria bezig is Hem te verzorgen, Hem kust en met Hem speelt. Ik zie Hem opgroeien onder de liefhebbende ogen van zijn Moeder en van de heilige Jozef, zijn vader hier op aarde. Met hoeveel tederheid en fijngevoeligheid moeten Maria en de heilige patriarch in Jezus' jeugd voor Hem gezorgd hebben en hoeveel zullen zij niet continu stilzwijgend van Hem geleerd hebben. Hun zielen zullen wel steeds meer op die van hun Zoon, Mens en God, zijn gaan lijken. Daarom kent Maria —en na haar de heilige Jozef— als niemand anders de gevoelens van Christus' Hart, en zij beiden zijn de beste weg —ik zou haast zeggen de enige weg— om tot de Verlosser te komen.

“Dat de ziel van Maria in ieder van u moge zijn —schreef de heilige Ambrosius— opdat u de Heer looft. Dat de geest van Maria in eenieder moge zijn, opdat u zich in God verblijdt”. En deze kerkvader voegt er opmerkingen aan toe die op het eerste gezicht gedurfd lijken, maar die een duidelijk geestelijke betekenis hebben voor het leven van de gedoopte. “Naar het vlees is er maar één de Moeder van Christus; naar het geloof is Christus de vrucht van ons allen” (H. Ambrosius, Expositio Evangelii secundum Lucam, 2, 26 (PL 15, 1561)).

Als wij ons vereenzelvigen met Maria, als wij haar deugden navolgen, kunnen wij verkrijgen dat Christus door de genade geboren wordt in de ziel van heel veel mensen die zich met Hem zullen vereenzelvigen door de werking van de Heilige Geest. Als wij Maria navolgen, delen wij op een bepaalde manier in haar geestelijk moederschap. In alle stilte, zoals onze Vrouwe, onopvallend, haast zonder woorden, door het oprecht en consequent getuigenis van een christelijk leven, door edelmoedig voortdurend een fiat te herhalen, dat als iets intiems tussen ons en God vernieuwd wordt.

De grote liefde die hij voor Onze Lieve Vrouw koesterde en zijn gebrek aan theologische scholing brachten een goede katholiek ertoe mij de volgende anekdote te vertellen die ik nu herhaal, omdat deze —in al haar naïviteit— bij een weinig onderlegd persoon te verwachten is.

Beschouw het als een ontboezeming, zei hij tegen me: u moet mijn bedroefdheid over sommige dingen die tegenwoordig gebeuren, begrijpen. Tijdens de voorbereiding en het verloop van het huidige Concilie is er voorgesteld het 'thema de Maagd Maria' mee te nemen. Zo werd het letterlijk gesteld: 'het thema'. Spreken kinderen op die manier? Is dat het geloof dat de katholieken altijd beleden hebben? Sinds wanneer is de liefde tot Maria 'een thema', over de opportuniteit waarvan gediscussieerd kan worden?

Als er iets is, dat niet samengaat met liefde, dan is het wel krenterigheid. Ik ben niet bang om hier heel duidelijk te zijn; als ik dat niet zou zijn —ging hij verder— zou ik het een belediging van onze heilige Moeder vinden. Er is gediscussieerd over de vraag of het al dan niet opportuun was Maria de titel Moeder van de Kerk te geven. Ik vind het vervelend nog verder in details te treden. Zou de Moeder van God, en daardoor ook de Moeder van alle gedoopten, van alle ledematen, nu niet de Moeder van de Kerk zijn, de gezamenlijkheid van allen die gedoopt en herboren zijn in Christus, de zoon van Maria?

Ik begrijp niet —ik citeer weer— waar die krenterigheid vandaan komt om zo zuinig te zijn met deze eretitel voor onze Vrouwe. Het geloof van de Kerk is wel heel anders! Het 'thema' van de heilige Maagd. Zouden kinderen het 'thema' van de liefde jegens hun moeder aan de orde durven stellen, als het om hun eigen moeder ging? Zij houden van haar: punt uit! Als het goede kinderen zijn, houden zij veel van haar. Van een 'thema' —of een 'schema'— spreken alleen buitenstaanders, mensen die een geval bestuderen op de koele manier die bij abstracte probleemstellingen past. Tot zover de oprechte en vrome, maar niet geheel juiste ontboezeming van die eenvoudige en zeer brave ziel.

Verwijzingen naar de H. Schrift