Lijst van punten

Er zijn 6 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is Heiligheid → door middel van de arbeid.

U zegt en schrijft reeds jaren dat de roeping van de leek drieledig is: “het werk heiligen, zichzelf heiligen in het werk en anderen heiligen door het werk”. Zou u nader kunnen verklaren wat u precies verstaat onder: het werk heiligen?

Dat is moeilijk in een paar woorden te zeggen, want in deze uitdrukking liggen fundamentele begrippen vervat die aan de theologie van de schepping ontleend zijn. Al veertig jaar lang verkondig ik steeds weer dat een christen elk eerlijk menselijk werk, of het nu intellectuele arbeid of handwerk is, op een zo volmaakt mogelijke wijze dient te verrichten. Menselijk volmaakt, dat betekent met vakbekwaamheid, en christelijk volmaakt, dat wil zeggen uit liefde tot de goddelijke wil en ten dienste van de medemens. Want als het zo gedaan wordt, draagt de menselijke arbeid, hoe schijnbaar nederig en onbeduidend ook, ertoe bij de tijdelijke realiteit op christelijke wijze vorm te geven en de goddelijke dimensie ervan te openbaren. Zo wordt het werk opgenomen en geïntegreerd in het wonderbare werk van de schepping en verlossing van de wereld. Zo wordt het verheven tot het bovennatuurlijke niveau van de genade, het wordt geheiligd en het verandert in het werk van God, in operatio Dei, in opus Dei.

Als wij de christenen die prachtige woorden uit Genesis in herinnering roepen,dat God de mens geschapen heeft om te werken, staat ons daarbij in het bijzonder Christus zelf voor ogen, die bijna zijn hele aardse leven als ambachtsman in een klein dorpje doorgebracht heeft. Wij houden van het werk, omdat Christus het opnam als levensvoorwaarde, het cultiveerde en het heiligde. Wij zien in de arbeid, die edele en scheppende inspanning van de mens, niet alleen een van de hoogste menselijke waarden, een onvervangbaar middel voor de vooruitgang van de maatschappij en voor een rechtvaardiger ordening van de intermenselijke verhoudingen. Ook is ze voor ons een teken van Gods liefde tot zijn schepselen en tevens een teken van onze liefde tot God en de naaste. Zo is de arbeid een middel tot persoonlijke volmaaktheid, een weg naar heiligheid.

Daarom is het enige doel van het Opus Dei altijd dit geweest: ertoe bijdragen dat er midden in de wereld, te midden van de aardse realiteiten en beslommeringen mannen en vrouwen zijn van alle rassen en sociale klassen die ernaar streven om in en door hun dagelijkse arbeid God en hun medemensen te beminnen en te dienen.

Op grond van het feit dat leken die lid zijn van het Opus Dei, invloedrijke posities in het Spaanse maatschappelijke leven bekleden, spreekt men wel van de invloed die het Opus Dei in Spanje heeft. Kunt u ons uitleggen waarin deze invloed bestaat?

Ik heb een grondige hekel aan alles wat klinkt naar zelfverheerlijking. Maar het valt niet te ontkennen dat de Heer onze arbeid overvloedig zegent. Het zou dus geen nederigheid, maar blindheid en ondankbaarheid jegens God zijn als we niet erkennen dat het Opus Dei inderdaad invloed uitoefent in de Spaanse samenleving.Het spreekt vanzelf dat de invloed ervan op het sociale leven in die landen waar het al vele jaren werkt, aanwezig is en parallel loopt aan de voortgaande verbreiding van het werk. En in Spanje werkt het Opus Dei al meer dan 39 jaar, want het was Gods wil dat het daar ontstond.

Van welke aard nu die invloed is? Het Opus Dei is een vereniging met een zuiver religieus en apostolisch doel, en zijn invloed kan derhalve, in Spanje evenzeer als in de andere landen op de vijf continenten waar we werken, vanzelfsprekend alleen maar van religieuze en apostolische aard zijn. Net als voor de Kerk als geheel, - bezieling van de wereld - geldt voor het Opus Dei dat de invloed die het op de samenleving heeft, geen tijdelijk, bijvoorbeeld sociaal, politiek of economisch karakter bezit, al heeft het natuurlijk zijn weerslag op de ethische aspecten van elk menselijk handelen. Deze invloed is van een andere, hogere orde en is het best weer te geven met het werkwoord: heiligen.

En daarmee zijn we gekomen bij de leden van het Opus Dei van wie u zegt dat ze veel invloed hebben. Voor een vereniging met een politieke doelstelling hebben díe leden van de vereniging invloed, die een zetel in het parlement of in de ministerraad hebben. Een culturele vereniging zal díe leden als invloedrijk beschouwen, die als filosoof een grote naam hebben, die met literaire prijzen zijn onderscheiden of die op een andere wijze bekendheid genieten. Als zich echter een vereniging ten doel stelt het gewone werk, of dat nu handwerk of intellectuele arbeid is, te heiligen, dan gelden andere criteria. Dan oefenen alle leden van de vereniging invloed uit omdat allen - het Opus Dei heeft aan de algemene menselijke plicht om te werken een bijzondere disciplinaire en ascetische betekenis toegekend - zich erop toeleggen hun werk, wat dat ook is, op een heilige wijze, met een christelijke gezindheid en verlangen naar volmaaktheid te verrichten. Daarom is het getuigenis dat een van mijn zonen die mijnwerker is onder zijn collega's aflegt, voor mij van evenveel invloed - even belangrijk, even noodzakelijk - als het getuigenis van een rector van een universiteit ten overstaan van de andere professoren.

Waar komt de invloed van het Opus Dei dan vandaan? Een eenvoudig onderzoek van de volgende sociologische realiteit kan dat verduidelijken: tot onze vereniging behoren mensen van alle sociale milieus, beroepen, leeftijd en van elke levensstaat: mannen en vrouwen, priesters en leken, oude en jonge mensen, ongehuwden en gehuwden, studenten, arbeiders, boeren, werknemers, mensen met een vrij beroep, ambtenaren enzovoort. Beseft u wat een vermogen aan christelijke uitstraling er uitgaat van een zo ruime en rijkgeschakeerde kring van personen, vooral als het om enige tienduizenden gaat, om mensen die, in welk sociaal milieu ze ook verkeren, door dezelfde apostolische geest bezield zijn: hun arbeid heiligen, zich zelf in hun arbeid heiligen en anderen door hun arbeid heiligen?

Aan dit persoonlijke apostolaat moet men dan nog toevoegen het steeds groeiende aantal gemeenschappelijke apostolaatswerken van het Opus Dei: studentenhuizen, conferentieoorden, de Universiteit van Navarra, vormingsinstituten voor arbeiders en boeren, technische scholen, middelbare scholen, huishoudscholen enzovoort. Al deze ondernemingen zijn ongetwijfeld brandpunten van christelijke geest, door leken in het leven geroepen en geleid. Dat is hun beroepswerk als staatsburgers, die in alles aan hun collega's gelijk zijn. Zulke instellingen staan open voor mensen uit alle sociale lagen en dragen ertoe bij dat brede kringen van de samenleving zich duidelijker bewust worden van het feit dat de problematiek van hun eigen arbeid en beroep een christelijk antwoord vraagt.

Dat alles verschaft het Opus Dei in sociaal opzicht gewicht en betekenis. Niet belangrijk is dat enige leden ervan, menselijk gezien, een invloedrijke positie bekleden. Dat interesseert ons helemaal niet en dat hangt af van de persoonlijke beslissing van een ieder. Waar het wel op aankomt is dat alle leden van het Werk - en God zij dank zijn het er velen - werkzaamheden verrichten die, al zijn ze nog zo bescheiden, in bovennatuurlijk opzicht van invloed zijn. En dat is toch logisch, want wie wil er nu in ernst beweren dat de invloed van de Kerk in de Verenigde Staten pas begon op de dag waarop de katholiek J.F. Kennedy tot president gekozen werd?

Kunt u ons de belangrijkste taak en doelstellingen van het Opus Dei beschrijven? Hebt u zich in uw ideeën over de vereniging door bepaalde voorbeelden laten leiden? Of is het Opus Dei iets unieks en iets volkomen nieuws in de Kerk en in het christendom? Zou men het met de religieuze en monastieke ordes en de seculiere instituten kunnen vergelijken of met katholieke verenigingen als de Holy Name Society, de Knights of Columbus of de Christopher Movement?

Het Opus Dei stelt zich ten doel om bij mensen van alle rangen en standen het verlangen naar christelijke volmaaktheid midden in de wereld te bevorderen. Het wil de mensen in de wereld, de gewone mens, de man van de straat, helpen om een consequent christelijk leven te leiden zonder zijn normale levenswijze of zijn gewone werk of zijn plannen en verwachtingen te veranderen.

Daarom kun je zeggen, zoals ik enkele jaren geleden eens geschreven heb, dat het Opus Dei zo oud en zo jong is als het Evangelie. Het wil de christenen aan dat prachtige woord uit Genesis herinneren dat God de mens geschapen heeft om te werken. Wij hebben ons gericht op het voorbeeld van Christus, die bijna heel zijn leven op aarde als handwerksman in een klein dorp gewerkt heeft. Het werk is niet alleen één van de hoogste menselijke waarden en stelt de mensen niet alleen in staat om mee te werken aan de vooruitgang in de maatschappij, maar is ook een middel tot heiliging.

Met welke andere organisaties we het Opus Dei kunnen vergelijken? Het antwoord is niet eenvoudig. Als je namelijk organisaties die een geestelijk doel nastreven met elkaar gaat vergelijken, bestaat het gevaar dat je niet verder komt dan een opsomming van uiterlijke kenmerken of juridische categorieën, en dat je dan het belangrijkste over het hoofd ziet, de geest die aan iedere activiteit leven geeft en de bestaansgrond ervan uitmaakt.

Ik volsta hier met te zeggen dat, om me tot de door u genoemde organisaties te beperken, de afstand van het Opus Dei tot de religieuze en monastieke ordes en seculiere instituten wel erg groot is, maar dat wij dichter bij instellingen als de Holy Name Society staan.

Het Opus Dei is een internationale lekenorganisatie waarbij ook wereldgeestelijken aangesloten zijn, die echter maar een kleine minderheid vormen in verhouding tot het totale aantal leden. De leden van het Opus Dei zijn mensen, die midden in de wereld leven en daar hun beroep uitoefenen. Ze worden lid van het Opus Dei niet omdat ze hun werk zouden willen opgeven, maar omdat ze er geestelijke steun zoeken om hun gewone werk te heiligen, het te maken tot middel om zichzelf en ook anderen te heiligen. Hun levensstaat verandert niet, ze blijven getrouwd of ongetrouwd, weduwe of weduwnaar, of priester. Ze willen God en hun medemensen juist in hun eigen levensstaat dienen. Bij het Opus Dei stelt men geen belang in geloften of beloften. Het verlangt van zijn leden dat ze zich inzetten om, ondanks alle menselijke tekortkomingen en fouten, de natuurlijke en christelijke deugden te beoefenen, omdat ze weten dat ze kinderen van God zijn.

Maar als je toch een vergelijking wilt maken dan kun je het Opus Dei, om het goed te begrijpen, het beste vergelijken met het leven van de eerste christenen. Ze leefden met een totale overgave volgens hun christelijke roeping. Ze zochten ernstig naar de volmaaktheid waartoe ze geroepen waren door het eenvoudige en verheven feit dat ze gedoopt waren. Uiterlijk onderscheidden ze zich in niets van de andere mensen. De leden van Opus Dei zijn normale mensen die normaal werk doen en in de wereld leven als gewone, christelijke burgers, die helemaal willen voldoen aan de eisen die het geloof aan hen stelt.

Welke verschillen bestaan er tussen de wijze waarop het Opus Dei als vereniging zijn taak vervult en die waarop de leden van het Werk als individuen werken? Bijvoorbeeld, welke criteria gebruikt men om te bepalen of een project door de vereniging wordt gerealiseerd - een school of een bezinningshuis - , of door individuele personen - een uitgeverij of een bedrijf?

Het belangrijkste werk van het Opus Dei is aan zijn leden en aan alle mensen die dit wensen de noodzakelijke geestelijke middelen te verschaffen om als goede christenen midden in de wereld te kunnen leven. Het maakt hen vertrouwd met de leer van Christus en met de verkondiging van de Kerk. Het kweekt een geestelijke houding aan die hen ertoe brengt om uit liefde voor God en in dienst van alle mensen goed te werken. Kortom, het gaat erom, zich als echte christenen te gedragen: met alle mensen in openheid voor elkaar samen te leven, de legitieme vrijheid van ieder te eerbiedigen en ervoor te zorgen, dat onze wereld rechtvaardiger wordt.

Ieder lid van het Opus Dei voorziet in zijn eigen levensonderhoud en dient de maatschappij in het beroep dat hij al had voordat hij erbij kwam, en dat hij ook zou uitoefenen, als hij geen lid was. De een is mijnwerker, de ander geeft les aan een school of universiteit, een derde is zakenman, huisvrouw, secretaresse of landbouwer. Er bestaat geen enkele nobele menselijke activiteit, die een lid van het Opus Dei niet zou kunnen verrichten. Wie bijvoorbeeld, voordat hij bij het Opus Dei kwam, in een uitgeverij of bij een handelsonderneming werkte, blijft dat daarna net zo doen. En als iemand in het kader van zijn werk, of omdat hij ander werk wil, een nieuwe baan zoekt of bijvoorbeeld besluit om met collega's samen een onderneming te starten, dan is dat zijn zaak, daarin moet hijzelf vrij beslissen. Voor de gevolgen van zijn beslissing en de resultaten ervan moet hij zelf instaan, hij moet zelf de verantwoording ervan op zich nemen.

De zorg bij de directeuren van het Opus Dei voor het eerbiedigen van de vrijheid van beroepsuitoefening door de leden is bij alles wat ze doen een zo fundamenteel gegeven, dat het voortbestaan van het Opus Dei zelf ervan afhangt. Voor ieder is het daarom een vanzelfsprekende zaak aan dat uiterst belangrijke kenmerk van de geest van het Opus Dei te beantwoorden, en wel in een absolute trouw. Ieder kan zijn beroep daar uitoefenen waar hij ook zou werken als hij geen lid van het Opus Dei was. Met de beroepsarbeid van een individueel lid hebben noch het Opus Dei, noch de andere leden iets te maken. Waartoe je je verplicht als je je bij het Werk aansluit is het volgende: geen inspanning schuwen om in en door het werk de christelijke volmaaktheid te zoeken en je er steeds meer bewust van te worden, dat het leven van een christen een dienst moet zijn aan de mensheid.

Zoals reeds gezegd is het de belangrijkste taak van het Werk om aan zijn leden en aan allen die het wensen een christelijke vorming te geven. Bovendien ontwikkelt het Opus Dei als zodanig in gemeenschappelijk verband bepaalde activiteiten en initiatieven. Hiermee wil het een bijdrage leveren tot de oplossing van de actuele maatschappelijke problemen, waarvoor het christelijk ideaal in ruime mate de mogelijkheden biedt. Daar het Opus Dei uitsluitend geestelijke doelstellingen op het oog heeft, kan het bij deze gemeenschappelijke projecten alleen maar gaan om activiteiten, die duidelijk en direct een christelijke dienst, een apostolaatswerk zijn. Het zou volkomen dwaas zijn als het Opus Dei als zodanig bijvoorbeeld zich met het delven van kolen zou bezighouden, of een of andere commerciële onderneming zou runnen. Alle gemeenschappelijke projecten zijn direct van apostolische betekenis. Als voorbeelden noemen we een opleidingscentrum voor landarbeiders, medische hulpposten in onderontwikkelde gebieden of in ontwikkelingslanden, vormingscentra voor de sociale scholing van vrouwen enzovoort. Het gaat dus om opvoedings- of welzijnsinstellingen zoals die overal ter wereld door verenigingen van verschillende religieuze richtingen opgericht en in stand gehouden worden.

Om dergelijke taken te kunnen vervullen rekenen we in eerste instantie op de persoonlijke inzet van de leden, die in bepaalde gevallen van dit soort activiteiten en projecten hun beroep gemaakt hebben. Van grote betekenis is ook de royale hulp van vele anderen, zowel christenen als niet-christenen. Sommigen werken mee om religieuze redenen, anderen, die misschien het apostolische doel niet kunnen onderschrijven, doen het om andere redenen. Zij beseffen dat dit soort projecten, die zonder onderscheid van ras, godsdienst of wereldbeschouwing voor ieder openstaan, het algemeen welzijn bevorderen en daarom hun hulp en ondersteuning verdienen2.

Hoe is de ontwikkeling van het Opus Dei buiten Spanje? Welke invloed heeft het in de Verenigde Staten, Engeland, Italië en elders?

Tot het Opus Dei behoren tegenwoordig mensen uit achtenzestig landen. Ze zijn werkzaam in alle Amerikaanse en West-Europese landen, in sommige landen van Afrika, Azië en in Australië.

De invloed van het Opus Dei in al die landen is een geestelijke invloed. Het essentiële ervan is dat wij alle mensen die in contact staan met ons Werk, proberen te helpen om hun dagelijkse leven meer naar de geest van het evangelie in te richten. De mensen zijn afkomstig uit zeer verschillende beroepen en milieus, van boeren uit de afgelegen dorpen van de Andes tot bankiers uit Wall Street. Aan hen allen laat het Opus Dei zien dat hun normale werk, of dat nu in menselijk opzicht bescheiden of briljant is, grote waarde heeft en een zeer doeltreffend middel kan zijn om aan hun liefde voor God en de mensen in voortdurende dienstbaarheid vorm te geven. Het leert hun alle mensen lief te hebben, hun vrijheid te eerbiedigen, door hun werk - in volledige autonomie en naar eigen goeddunken - onbegrip en intolerantie onder de mensen te overwinnen en zich voor een rechtvaardige maatschappij in te zetten. Dat is de enige invloed die het Opus Dei heeft, waar het ook maar actief is.

Ik wil nog even ingaan op de sociale en opvoedkundige initiatieven die het Werk als zodanig bevordert. Daarvoor geldt dat ze overal voorzien in daar aanwezige concrete, maatschappelijke behoeften. Over al die activiteiten kan ik u geen gedetailleerde gegevens verschaffen, omdat onze organisatie, zoals ik al eerder opmerkte, erg gedecentraliseerd is. Als één van de vele voorbeelden kan ik Midtown Sports and Cultural Center in Chicago noemen, dat aan de bewoners van de wijk Near West Side vormings- en sportprogramma's aanbiedt. Een belangrijk onderdeel van het werk daar bestaat erin een beter onderling begrip en een opener samenleven van de verschillende daar wonende bevolkingsgroepen te bevorderen. Interessant is ook het werk van het instituut The Heights in Washington, waar cursussen voor beroepsoriëntatie, speciale programma's voor hoogbegaafde leerlingen enzovoorts georganiseerd worden.

In Engeland zou ik kunnen wijzen op het werk van de studentenhuizen, die aan de studenten niet alleen woonruimte maar ook talrijke mogelijkheden van vorming op cultureel, menselijk en geestelijk vlak bieden. Bijzondere aandacht verdient Netherhall House in Londen om zijn internationale karakter. In dat studentenhuis hebben tot nu toe studenten uit meer dan vijftig landen gewoond. Velen ervan zijn geen christenen, want de huizen van het Opus Dei staan open voor iedereen, zonder onderscheid van ras en godsdienst.

Om niet te veel uit te weiden wil ik alleen nog het Centro Internazionale della Gioventù lavoratrice in Rome noemen. Dit centrum voor beroepsopleiding van jonge arbeiders werd door paus Johannes XXIII aan het Opus Dei toevertrouwd en net een jaar geleden door Paulus VI ingewijd.

U hebt het vaak gehad over de arbeid, het werk. Kunt u ons zeggen welke plaats dit in de spiritualiteit van het Opus Dei heeft?

De roeping tot het Opus Dei verandert of wijzigt de levensomstandigheden en de levensstaat van de betreffende persoon op geen enkele wijze. Omdat werken een levensvoorwaarde voor de mens vormt, wordt de menselijke roeping tot de arbeid juist bevestigd door de bovennatuurlijke roeping tot heiligheid en apostolaat in de geest van het Opus Dei. Verreweg de meeste leden van het Werk zijn leken, gewone christenen, mensen dus, van wie de arbeid een deel van hun bestaan vormt; een werkzaamheid die hen vaak volledig in beslag neemt, waarmee ze in hun levensonderhoud voorzien, hun gezin onderhouden, bijdragen tot het algemeen welzijn en hun persoonlijkheid ontplooien.

De roeping tot het Opus Dei bevestigt dit allemaal, zodat een van de essentiële kenmerken van die roeping is, dat je menselijk en bovennatuurlijk zo volmaakt mogelijk - ondanks de menselijke tekortkomingen - in de wereld leeft en dat je daar werkzaam bent. Het dient werk te zijn dat doeltreffend tot de opbouw van de aardse stad bijdraagt - en daarom gedaan met beroepscompetentie en in een geest van dienstbaarheid - en tot de heiliging van de wereld. Zo wordt het werk iets wat heilig maakt en zelf geheiligd is.

Wie geheel en al volgens zijn geloof wil leven en een apostolaat in de geest van het Opus Dei wil beoefenen moet zichzelf door zijn beroep heiligen, zijn beroep heiligen en de anderen door zijn beroep heiligen. Door zo te leven, zonder zich dus van zijn medeburgers, zijn gelijken, te onderscheiden, streeft hij ernaar om aan Christus gelijkvormig te worden en om het voorbeeld dat Hij ons dertig jaar in de werkplaats in Nazaret gegeven heeft, na te volgen.

Want die dagelijkse taak is niet alleen het kader waarin men zichzelf moet heiligen, maar is de materie zelf van zijn heiligheid: in de drukte van elke dag ontdekt hij de hand van God en vindt hij impulsen voor zijn leven van gebed. Zijn beroepsmatige bezigheid brengt hem in contact met andere mensen - familieleden, vrienden, collega's - en met de grote problemen van zijn omgeving en de hele wereld. Daarmee wordt hem de gelegenheid geboden om met overgave in dienstbaarheid voor anderen te leven, en dat is voor een christen het meest belangrijke. Zo moet hij een waarachtig en geloofwaardig getuigenis voor Christus proberen af te leggen, opdat alle mensen de Heer leren kennen en beminnen, en ontdekken dat het normale leven in de wereld, het werk van elke dag, een ontmoeting met God kan zijn.

Met andere woorden: heiligheid en apostolaat vormen met het leven van de leden van het Werk een eenheid. Daarom is de arbeid de spil van hun geestelijk leven. Hun overgave aan God is geënt op het werk dat ze deden voordat ze bij het Opus Dei kwamen en dat ze ook daarna blijven doen.

Toen ik in de eerste jaren van mijn werkzaamheid als priester dat begon te verkondigen, begrepen sommigen me niet. Anderen namen er aanstoot aan, want ze waren gewend om over de wereld alleen maar in negatieve zin te horen spreken. De Heer had mij laten inzien - en ik wilde het aan anderen doorgeven - dat de wereld goed is, omdat de werken van God altijd volmaakt zijn. Alleen wij mensen maken de wereld slecht door onze zonden.

Ik zei toen al en ik herhaal het steeds dat wij de wereld moeten liefhebben omdat wij in de wereld God ontmoeten. In alles immers wat in de wereld gebeurt en plaatsvindt verschijnt en openbaart zich God.

Het goede vermengt zich met het kwade in de geschiedenis van de mensheid. Daarom moet de christen een goed onderscheidingsvermogen bezitten. Maar dat mag hem er nooit toe verleiden om te ontkennen dat de werken van God goed zijn. Het moet integendeel voor hem aanleiding zijn om het goddelijke te ontdekken dat zich in het menselijke manifesteert, zelfs achter onze eigen zwakheden. Een goed motto voor het christelijk leven kunnen wij in de woorden van de apostel vinden: Alle dingen zijn van jullie, jullie zijn van Christus en Christus is van God (1 Kor 3, 22-23). Zo kun je de bedoelingen verwezenlijken van God die de wereld wil redden.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Opmerkingen
2

Zoals mgr. Escrivá zojuist opmerkte, worden deze gemeenschappelijke apostolaatswerken bevorderd door leden van het Opus Dei samen met andere mensen. De Prelatuur van het Opus Dei neemt uitsluitend de verantwoordelijkheid op leerstellig en geestelijk gebied op zich. Zij is dus niet de eigenaar van dergelijke ondernemingen, noch van de erbij horende goederen. De gelovigen van het Opus Dei die daarin werken, doen dat met persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid en altijd in overeenstemming met de wetten van het betreffende land. Zij verkrijgen van de burgerlijke autoriteiten dezelfde erkenning als die welke verleend wordt aan soortgelijke activiteiten van andere burgers.