Lijst van punten

Er zijn 5 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Vrede.

Bij ieder kerstfeest kijk ik met plezier naar de figuurtjes die het Kindje voorstellen. Ze laten zien hoe klein Onze Lieve Heer zich heeft gemaakt en ze herinneren mij eraan dat God ons roept, dat de Almachtige zich wil laten zien als hulpbehoevend en afhankelijk van ons, de mensen. Vanuit de kribbe zegt Jezus tegen jou en mij dat Hij ons nodig heeft, dat Hij graag wil dat we zonder enig voorbehoud een christelijk leven leiden, een leven van overgave, werk en vreugde.

We zullen nooit echt gelukkig zijn als we Jezus niet van harte navolgen en als we niet, zoals Hij, nederig weten te zijn. De vraag dringt zich weer op: zien jullie waar Gods grootheid verborgen is? In een voerbak, in windsels, in een stal. Er kan alleen een verlossende werking van ons leven uitgaan als we nederig zijn, als we ophouden aan onszelf te denken en als we ons verantwoordelijk voelen voor anderen.

Het gebeurt vaak, ook bij mensen van goede wil, dat persoonlijke conflicten tot grote zorgen leiden zonder dat er objectieve redenen aan ten grondslag liggen. De oorzaak ligt in een tekort aan zelfkennis wat leidt tot hoogmoed: het kan de wens zijn om in het middelpunt van de belangstelling en de waardering te staan of een goed figuur te slaan, het kan de weigering zijn het goede te doen om vervolgens te verdwijnen, of het streven naar persoonlijke zekerheid. En velen die een diepe vrede zouden kunnen hebben en met blijdschap in het leven zouden kunnen staan, zijn door hun trots en eigenwaan ongelukkig en onvruchtbaar.

Christus was nederig van hart (zie Mt 11, 29). In de loop van zijn leven heeft Hij voor zichzelf geen enkele uitzondering, geen enkel voorrecht gewild. Als ieder ander mens heeft Hij als vanzelfsprekend negen maanden in de schoot van zijn Moeder doorgebracht. Hij wist maar al te goed dat de mensheid Hem bitter hard nodig had en daarom verlangde Hij er vurig naar op aarde te komen om alle mensen te redden, maar niet overhaastig. Hij komt net zoals ieder ander mens op het normale moment ter wereld. Van de conceptie tot de geboorte heeft niemand weet van dit wonder, behalve de heilige Jozef en de heilige Elisabeth. God komt om onder de mensen te wonen.

Ook zijn geboorte is één en al eenvoud: Hij komt zonder vertoon, zonder dat iemand het weet. Op aarde delen alleen Maria en Jozef in het goddelijk avontuur. En verder de herders die de boodschap kregen van de engelen, en ten slotte de wijzen uit het oosten. Zo vindt de transcendente gebeurtenis plaats waardoor hemel en aarde, God en mens, met elkaar worden verenigd.

Hoe kunnen wij zo hard zijn dat wij snel aan deze gebeurtenis wennen? God vernedert zich opdat wij naar Hem toe kunnen gaan, met liefde aan zijn liefde kunnen beantwoorden, en ons in vrijheid overgeven, niet alleen bij het schouwspel van zijn macht, maar ook bij het wonder van zijn nederigheid.

Kijk naar de luister van een kind dat God is. Zijn Vader is de God die hemel en aarde gemaakt heeft en hier, in een voerbak, ligt de Zoon, quia non erat eis locus in diversorio, want er was geen plaats voor hen in de herberg, (Lc 2, 7) nergens anders was er plaats voor de Heer van alles wat geschapen is.

Zoals ieder christelijk feest is ook dat van vandaag vooral een feest van vrede. De palmtakken roepen met hun oude symboliek de volgende scène uit Genesis bij ons op: Nu wachtte Noach nog eens zeven dagen en liet toen opnieuw een duif uit de ark los. Toen de duif tegen de avond bij hem terugkwam, droeg zij een groen olijfblad in de bek. Toen begreep Noach dat het water van de aarde weggezakt moest zijn (Gen 8, 10-11). Dit herinnert ons eraan dat het verbond tussen God en zijn volk in Christus is gesloten, want Hij is onze vrede (Ef 2, 14). De liturgie van de katholieke Kerk verbindt het oude op een voortreffelijke wijze met het nieuwe, en zo lezen wij vol vreugde: De kinderen van de Hebreeën droegen olijftakken in de hand. Zij trokken de Heer tegemoet terwijl ze uitriepen: Hosanna in den hoge![Antifoon bij de uitdeling van de palmtakken).

In ons hart verenigt deze huldiging zich met de jubelzang waarmee zijn geboorte in Bethlehem werd begroet. Terwijl Hij voorttrok, spreidden ze hun mantels op de weg uit. Toen Hij de stad naderde, begonnen zijn talrijke volgelingen, reeds op de helling van de Olijfberg, opgetogen en met luide stem God te prijzen om alle wonderen die zij gezien hadden. Zij riepen: Gezegend de Koning, die komt in de Naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer in den hoge! (Lc 19, 36-38).

Vrede op aarde

Pax in coelo, vrede in de hemel. Maar laten we ook naar de wereld kijken: waarom is er geen vrede op aarde? Want daar heerst geen vrede, daar is alleen maar schijn van vrede, een evenwicht uit vrees, kwetsbare compromissen. Ook in de Kerk heerst geen vrede, zij is getekend door spanningen die het witte kleed van de bruid van Christus in stukken dreigen te scheuren. Ook in het hart van veel mensen is er geen vrede. Zij proberen de onrust in hun ziel tevergeefs te compenseren door voortdurende bedrijvigheid, door afleiding te zoeken in dingen die geen voldoening geven maar altijd een bittere smaak van droefheid achterlaten.

De palmtakken, schrijft de heilige Augustinus, symboliseren eerbewijs, omdat ze het teken van de overwinning zijn. De Heer stond vlak voor zijn overwinning, door de dood aan het Kruis. In het teken van het Kruis overwon Hij de duivel, de vorst van de dood [In Ioannis Evangelium tractatus, 51, 2 (PL 35, 1764)]. Christus is onze vrede omdat Hij heeft overwonnen; en Hij heeft overwonnen omdat Hij de zware strijd heeft gestreden tegen al het kwaad in het hart van de mensen.

Christus die onze vrede is, is ook de Weg (Joh 14, 6) Als wij vrede willen dan moeten we zijn voetstappen volgen. De vrede is het resultaat van de oorlog, van de strijd, van de ascetische strijd die iedere christen in zijn binnenste moet voeren tegen alles in zijn leven wat niet van God is: tegen de trots, de zinnelijkheid, het egoïsme, de oppervlakkigheid, de bekrompenheid van hart. Het is zinloos om te roepen dat er vrede om ons heen moet zijn als er in ons geweten en in het diepst van onze ziel geen rust is, want uit het hart komen voort boze gedachten, moord, echtbreuk, ontucht, diefstal, valse getuigenis en godslastering (Mt 15, 19)

Vandaag en gisteren

De liturgie van Palmzondag legt de christenen dit gezang in de mond: Gij, poorten, gaat open:verheft u, gij oude poorten, opdat de Koning der heerlijkheid kan binnentrekken (Antifoon bij de uitdeling van de palmtakken). Wie zich in de burcht van zijn egoïsme verschanst zal het slagveld niet opzoeken. Maar als hij de poorten van het fort opent en de Koning van de vrede binnenlaat, zal hij samen met Hem naar buiten gaan om te vechten tegen alle ellende waardoor de blik verduisterd en het geweten afgestompt wordt.

Open de oude poorten. Deze oproep voor de strijd is niet nieuw in het christendom. Het is een eeuwige waarheid. Zonder strijd wordt er geen overwinning behaald, en zonder overwinning komt er geen vrede. Zonder vrede is menselijke vreugde slechts schijn en bedrog. Ze blijft onvruchtbaar, ze wordt niet vertaald in hulp aan de mensen of in werken van naastenliefde en rechtvaardigheid, van vergiffenis en barmhartigheid, of in het dienen van God.

Het lijkt wel dat velen binnen en buiten de Kerk, van hoog tot laag, de strijd hebben opgegeven — de strijd tegen hun eigen mankementen — en dat ze zich in volle wapenrusting aan een slavernij hebben overgeleverd die de ziel verlaagt. Dit is een dreigend gevaar dat altijd aanwezig zal zijn in het leven van de christen.

Het is daarom nodig voortdurend aan de allerheiligste Drie-eenheid te vragen zich over iedereen te ontfermen. Ik schrik bij de gedachte aan de gerechtigheid van God als ik over deze dingen spreek. Maar dan doe ik een beroep op zijn barmhartigheid, op zijn medelijden, en hoop ik dat Hij niet naar onze zonden kijkt, maar naar de verdiensten van Christus en van zijn heilige Moeder, die ook onze Moeder is, en naar die van de heilige aartsvader Jozef, die een vader voor Hem was, en naar die van de heiligen.

We lezen in de Mis van dit feest dat de christen er zeker van kan zijn dat God hem, als hij maar wil strijden, bij de hand neemt. Het is Jezus, de Vredevorst die Jeruzalem binnengaat op een arm ezeltje, die zegt: Het Rijk der hemelen breekt zich met geweld baan, en geweldenaars maken het buit (Mt 11, 12). Dit geweld uit zich niet in gewelddadigheid tegen anderen, maar het is de kracht om onze eigen zwakheden en ellende te bestrijden, de moed om onze trouweloosheid niet te verbloemen, de morele kracht om voor het geloof uit te komen, ook in een vijandige omgeving.

Ook vandaag wordt van een christen verwacht dat hij heldhaftig is; als het moet in grote gevechten, maar normaal gesproken in de kleine schermutselingen van elke dag. Als we uit liefde op deze schijnbaar onbeduidende wijze blijven strijden, dan zal de Heer zijn kinderen altijd als een liefdevolle herder behulpzaam zijn: Ik zal zelf mijn schapen weiden en ze een rustplaats wijzen. De verdwaalde schapen ga Ik zoeken, de verstrooide schapen bijeenbrengen, de gewonde dieren verbinden, het zwakke weer krachtig maken… Mijn volk zal wonen op zijn eigen grond en erkennen dat Ik Jahwe ben, als Ik het hout van zijn juk breek en het bevrijd uit de macht van zijn verdrukkers (Ez 34, 15-16; 27).

We waren zojuist aanwezig bij de gebeurtenis in Naïn. We zouden ons ook veel andere gebeurtenissen voor de geest kunnen halen, want het evangelie staat er vol van. Deze verhalen hebben het hart van de mensen altijd geraakt en zullen dat blijven doen. Ze gaan niet alleen over het oprechte gebaar van een man die medelijden heeft met zijn medemensen, maar vooral over de openbaring van de onmetelijke liefde van God. Het hart van Jezus is het hart van de mensgeworden God, van de Emmanuël, God met ons.

De Kerk wordt, met Christus verenigd, geboren uit een doorstoken Hart (Hymne bij de vigilie van het feest van het heilig Hart). Uit dit hart dat wijd openstaat, ontvangen wij het leven. Moeten we hierbij niet vanzelf, al is het maar even, bij de sacramenten stilstaan waardoor God in ons werkt en ons laat delen in de verlossende kracht van Christus? Het is toch vanzelfsprekend dat wij met een bijzondere dankbaarheid aan het allerheiligst sacrament van de Eucharistie denken, aan het heilig offer van Calvarië en de voortdurende onbloedige hernieuwing ervan in de heilige Mis? Het is Jezus die zich als voedsel aan ons geeft. Omdat Jezus tot ons komt wordt alles anders, want er werkt een kracht in ons — de hulp van de heilige Geest — die onze ziel vult en die vorm geeft aan onze daden, onze gedachten en onze gevoelens. Het hart van Christus geeft vrede aan de christen.

Het fundament van de overgave die de Heer van ons vraagt zijn niet alleen onze eigen wensen of onze eigen krachten die zo vaak beperkt en hulpeloos zijn; de overgave steunt in de eerste plaats op de genade die het liefdevolle hart van de mensgeworden God voor ons heeft veroverd. Daarom kunnen en moeten wij volharden in ons geestelijk leven als kinderen van onze Vader die in de hemel is, zonder toe te geven aan ontmoediging of neerslachtigheid. Ik wijs er graag op dat de christen juist in het dagelijks leven, in de gewone dingen en in de normale omstandigheden, vanuit het geloof, de hoop en de liefde leeft. Hierin ligt namelijk de essentie van het doen en laten van de mens die vertrouwt op de hulp van God. In deze theologale deugden vindt hij vreugde, kracht en innerlijke vrede.

Dit zijn de vruchten van de vrede van Christus, van de vrede die zijn allerheiligst Hart ons brengt. Want, het is goed daar nog eens op terug te komen, de liefde van Jezus voor de mensen is een van die onpeilbare diepten van het goddelijk mysterie, van de liefde van de Zoon voor de Vader en voor de heilige Geest. De heilige Geest, de liefdesband tussen de Vader en de Zoon, ontmoet in het Woord een menselijk hart.

Het is niet mogelijk over deze centrale mysteries van ons geloof te spreken zonder ons bewust te zijn van de beperktheid van ons verstand en de rijkdom van de openbaring. Toch geloven wij nederig en vast in deze waarheden, ook al kunnen we ze met ons verstand niet bevatten. Gesteund door het getuigenis van Christus weten we dat het zo is; dat de liefde in de schoot van de Drie-eenheid over alle mensen wordt uitgegoten via de liefde van het hart van Jezus.

Leven in het hart van Jezus en ons nauw met Hem verenigen, betekent dus dat we onszelf tot een woning van God maken. Wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader bemind worden, (Joh 14, 21) heeft de Heer gezegd. Christus en de Vader komen in de heilige Geest naar de ziel en nemen daar hun intrek (zie Joh 14, 23).

Als we dit begrijpen — al is het maar tot op zekere hoogte — dan verandert er iets wezenlijks is ons. Dan krijgen we honger naar God en maken we de woorden van de psalmist tot de onze: Mijn God, ijverig zoek ik U, mijn ziel dorst naar U, mijn lichaam snakt naar U als dorre aarde zonder water [Zie Ps 62, 2 (opgenomen in de lauden van het feest van het heilig Hart)]. En Jezus, die dit verlangen in ons heeft gevoed, komt ons tegemoet en zegt: Als iemand dorst heeft, hij kome tot Mij, (Joh 7, 37) en Hij biedt ons zijn hart aan om daar rust en kracht te vinden. Als we zijn oproep aanvaarden zullen zijn woorden bevestigd worden en zullen onze honger en dorst naar Hem toenemen, we zullen graag willen dat God een rustplaats vindt in ons hart en dat Hij zijn warmte en licht niet meer van ons wegneemt.

Ignem veni mittere in terram, et quid volo nisi ut accendatur? Vuur ben Ik op aarde komen brengen, en hoe verlang Ik dat het reeds oplaait! [Lc 12, 49 (opgenomen bij de antifoon Ad Magnificat bij de eerste vespers)]. Wij zijn een stukje dichter bij het vuur van Gods liefde gekomen, dat nu de drijfveer van ons leven moet worden. Laten we dit goddelijk vuur vol enthousiasme van het ene tot het andere uiteinde van de wereld brengen en het aan de mensen om ons heen bekend maken, zodat ook zij de vrede van Christus leren kennen en daarin hun geluk kunnen vinden. Een christen die verenigd met het hart van Jezus leeft, kan geen ander doel hebben dan het volgende: vrede in de maatschappij, vrede in de Kerk, vrede in zijn eigen ziel; de vrede van God, die volledig zal worden wanneer zijn Rijk komt.

Maria, Regina pacis, Koningin van de vrede, u hebt geloofd dat de boodschap van de engel in vervulling zou gaan, help ons te groeien in het geloof, standvastig te zijn in de hoop en een grotere liefde te krijgen. Want dat verwacht uw Zoon vandaag van ons, nu Hij ons zijn allerheiligst Hart laat zien.