Lijst van punten

Er zijn 5 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Goddelijk kindschap  → de H. Geest en het goddelijk kindschap .

In gesprek met Jezus in het Brood en in het Woord

Als we het mysterie van Christus overwegen en Hem met een zuivere blik willen zien, dan zullen we merken dat we ook nu heel dicht bij Hem kunnen komen, bij zijn ziel en bij zijn lichaam. Hij heeft ons duidelijk de weg gewezen: het Brood en het Woord. We voeden ons met de Eucharistie, nemen kennis van wat Hij ons is komen leren en brengen dat in praktijk, en tegelijk spreken we met Hem in ons gebed. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem (Joh 6, 57). Wie mijn geboden onderhoudt die hij heeft ontvangen, hij is het die Mij liefheeft. En wie Mij liefheeft zal door mijn Vader bemind worden; ook Ik zal hem beminnen en Ik zal Mij aan hem openbaren (Joh 14, 21).

Dat zijn meer dan beloften. Het is de kern en de realiteit van echt leven: het leven van de genade, dat maakt dat we persoonlijk en rechtstreeks met God kunnen omgaan. Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik, die de geboden van mijn Vader heb onderhouden in zijn liefde blijf (Joh 15, 10). Deze uitspraak van Jezus bij het Laatste Avondmaal is de beste inleiding op de dag van zijn hemelvaart. Hij wist dat Hij moest gaan, want op een mysterieuze manier die wij nooit zullen kunnen begrijpen zou na zijn hemelvaart de derde Persoon van de allerheiligste Drie-eenheid komen, door een nieuwe uitstorting van de goddelijke liefde: Toch zeg Ik u de waarheid. Het is goed voor u dat Ik heenga; want als Ik niet heenga, zal de Helper niet tot u komen. Nu ik wel ga zal ik Hem tot u zenden (Joh 16, 7).

Jezus is weggegaan en stuurt ons de heilige Geest die onze ziel leidt en die ons heiligt. De Vertrooster is in ons werkzaam en Hij bevestigt daarmee wat Christus had verkondigd: dat wij kinderen van God zijn en dat wij niet een geest van slaafsheid hebben ontvangen die ons opnieuw vrees zou aanjagen, maar de geest van kindschap die ons doet uitroepen: Abba, Vader! (Rom 8, 15).

Zien jullie? Dit is de werking van Drie-eenheid in onze ziel. Het is voor iedere christen weggelegd dat God in het meest innerlijke van zijn wezen woont als hij aan de genade beantwoordt die ons één laat worden met Christus in het Brood en in het Woord, in de Eucharistie en in het gebed. De Kerk brengt iedere dag weer de werkelijkheid van het levend Brood onder onze aandacht en heeft er in het liturgisch jaar twee grote feesten aan gewijd: het feest van Witte Donderdag en dat van Corpus Christi, Sacramentsdag. Laten we op deze Hemelvaartsdag de tijd nemen om bij Jezus te zijn en aandachtig naar zijn Woord te luisteren.

Als wij in grote lijnen een leefstijl willen uitzetten die ons stimuleert om met de heilige Geest — en tevens met de Vader en de Zoon — om te gaan in diepe verbondenheid met de Helper, dan kunnen we op drie fundamentele aspecten letten: volgzaamheid — ik herhaal het nog eens — gebedsleven en vereniging met het kruis.

Op de eerste plaats volgzaamheid, want de heilige Geest geeft door zijn inspiratie een bovennatuurlijke ondertoon aan onze gedachten, verlangens en daden. Hij is degene die ons aanzet de leer van Christus te belijden en diepgaand te assimileren. Hij is degene die licht geeft om ons bewust te worden van onze persoonlijke roeping en die ons de kracht geeft om alles te doen wat God van ons verwacht. Als we de ingevingen van de heilige Geest in acht nemen, zal het beeld van Christus steeds duidelijker vorm krijgen in ons en zullen we dichter bij God de Vader komen. Allen die zich laten leiden door de Geest van God zijn kinderen van God (Rom 8, 14).

Als wij ons laten leiden door dit beginsel van leven dat in ons is, door de heilige Geest, dan zal onze geestelijke vitaliteit groeien en zullen we ons met de spontaniteit en het vertrouwen van een klein kind dat zich in de arme*n van zijn vader werpt, in de handen van God overgeven. Als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen, zult gij het Rijk der hemelen zeker niet binnengaan (Mt 18, 3), heeft de Heer gezegd. Dit is de oude maar altijd actuele weg van het geestelijk kind zijn. Het is geen sentimentaliteit of gebrek aan volwassenheid, maar een bovennatuurlijke rijpheid die ons dieper in de wonderen van de goddelijke liefde laat doordringen en onze geringheid laat erkennen; zo zullen we onze wil volledig vereenzelvigen met die van God.

Op de tweede plaats is gebedsleven nodig, want de christelijke overgave, gehoorzaamheid en zachtmoedigheid komen voort uit de liefde en leiden naar de liefde. De liefde leidt tot contact, gesprek en vriendschap. Het christelijk leven vereist een voortdurende dialoog met de Ene en Drie-ene God en het is de heilige Geest die ons naar die innige verbondenheid voert. Ook onder ons mensen wordt iemands wezen alleen gekend door zijn eigen geest. Zo kent alleen de Geest van God het wezen van God (1 Kor 2, 11) Door vol vertrouwen met de heilige Geest om te gaan worden wijzelf vergeestelijkt, voelen wij ons broeders en zusters van Christus en kinderen van God, die wij zonder enige aarzeling onze Vader noemen (zie Gal 4, 6; Rom 8, 15).

Laten we er een gewoonte van maken ons tot de heilige Geest te richten, want Hij is degene die ons moet heiligen: laten we op Hem vertrouwen, zijn hulp vragen, zijn nabijheid voelen. Ons arme hart zal groter worden en we zullen een groter verlangen krijgen om God lief te hebben en omwille van Hem ook alle schepselen. Dan zal het visioen waarmee de Apocalyps besluit zich in ons leven herhalen: de geest en de bruid, de heilige Geest en de Kerk — en alle christenen — richten zich tot Jezus, tot Christus, met de vraag om te komen en om voor altijd bij ons te blijven (zie Apok 22, 17).

En dan de liefde voor het kruis, want in het leven van Christus ging Calvarië aan de Verrijzenis en Pinksteren vooraf, en zo moet het ook zijn in het leven van de christen. Wij zijn — zegt de heilige Paulus — erfgenamen van God, samen met Christus, daar wij delen in zijn lijden, om ook te delen in zijn verheerlijking (Rom 8, 17). De heilige Geest is de vrucht van het kruis, van de volledige overgave aan God, van het uitsluitend zoeken van zijn eer en van het volledig wegcijferen van onszelf.

Alleen als de mens trouw is aan de genade en het besluit neemt om het kruis in het middelpunt van zijn ziel te plaatsen en zichzelf te verloochenen uit liefde voor God, als hij zich werkelijk van zijn egoïsme losmaakt en van alle bedrieglijke menselijke zekerheden, dat wil zeggen, als hij waarachtig leeft vanuit het geloof, dan en alleen dan ontvangt hij ten volle het vuur, het licht en de vertroosting van de heilige Geest.

Dan vult de ziel zich met de vrede en de vrijheid die Christus voor ons heeft verkregen (zie Gal 4, 31) en die wij door de genade van de heilige Geest ontvangen. Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en ingetogenheid (Gal 5, 22-23). Waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid (2 Kor 3, 17).

Binnen de perken van onze huidige situatie, want de zonde is op een of andere manier nog in ons aanwezig, kan de christen met een nieuwe helderheid de grote rijkdom van zijn goddelijk kindschap zien wanneer hij beseft dat hij uit vrije wil in de zaken van zijn Vader werkt en dat zijn vreugde constant wordt omdat niets zijn hoop teniet kan doen.

Juist dan kan hij ook heel de schoonheid van de aarde bewonderen, alle rijkdom en goedheid naar waarde schatten, liefhebben met de kracht en zuiverheid waarvoor het menselijk hart geschapen is. Dan ontaardt het verdriet om de zonde ook niet in een bittere, wanhopige of trotse houding, want het berouw en het besef van de persoonlijke zwakheid brengen hem er opnieuw toe zich te verenigen met het grote verlangen van Christus om te verlossen, en een diepere solidariteit met alle mensen te voelen. Als de christen ten slotte onmiskenbaar de kracht van de heilige Geest in zich ervaart, zal het eigen falen hem niet ontmoedigen, maar een aansporing zijn om opnieuw te beginnen en een trouwe getuige van Christus te blijven op alle wegen van de aarde, ondanks de persoonlijke ellende, die in deze gevallen doorgaans uit lichte fouten bestaat waardoor de ziel nauwelijks wordt vertroebeld. Maar ook al zouden deze fouten ernstig zijn, de vrede met God komt weer terug als hij vol berouw zijn toevlucht neemt tot het sacrament van de boete, en opnieuw wordt hij een goede getuige van de goddelijke barmhartigheid.

Dit is een korte samenvatting die door de ontoereikendheid van de menselijke taal nauwelijks kan weergeven wat de rijkdom van het geloof en het leven van de christen is, als die zich door de heilige Geest laat leiden. Daarom kan ik niet beter eindigen dan door me aan te sluiten bij het smeekgebed van een van de liturgische hymnen van Pinksteren, die als het ware een echo is van het aanhoudend gebed van de hele Kerk: Daal neer, o Geest die Schepper zijt, kom naar de geesten van hen die U toebehoren, vervul de harten die U geschapen hebt met hemelse genade. Geef dat wij door U de Vader leren kennen, dat wij ook de Zoon erkennen en dat wij steeds geloven in U, de Geest die uit beiden voortkomt (Hymne Veni Creator Spiritus, uit de Mis van pinksterzondag).