Lijst van punten

Er zijn 24 punten in «De Weg» waarvan het onderwerp is Geestelijk kind-zijn .

Man, wees wat minder naïef (ook al ben je een kind, en dat speciaal voor God), en zet in het bijzijn van anderen je broeders niet in het zonnetje.

Wij moeten ervan overtuigd raken dat God voortdurend dicht bij ons is. - Wij leven alsof de Heer ver weg zou zijn, daarboven, waar de sterren schitteren, en wij denken er niet aan dat Hij óók altijd naast ons staat.

En Hij is er als een liefhebbende Vader die ons helpt, ons inspireert, zegent… en vergeeft, want Hij houdt van ieder van ons meer dan alle moeders ter wereld hun kinderen kunnen liefhebben.

Hoe dikwijls heeft de strenge blik van onze ouders zich niet verzacht, als we hen na het uithalen van een kwajongensstreek zeiden: “Ik zal het nóóit meer doen!” - Wie weet deden we het diezelfde dag opnieuw… En onze vader berispte ons met voorgewende barsheid in de stem en een ernstig gezicht…, terwijl zijn hart op hetzelfde moment vertederd werd omdat hij onze zwakheid kende en dacht: arm kind, wat doet het zijn best om zich goed te gedragen!

We moeten het tot ons laten doordringen en helemaal vervuld raken van de gedachte dat de Heer, die bij ons is en in de hemel, Vader is, geheel en al onze Vader.

Openbare gebeurtenissen hebben je een vrijwillige afzondering opgelegd, die door de omstandigheden misschien erger geworden is dan het opgesloten zitten in een gevangenis. - Je persoonlijkheid heeft als het ware een verduistering ondergaan. Je hebt geen werkterrein meer: overal vind je nog slechts egoïsme, nieuwsgierigheid, onbegrip en roddel. - Zo! En wat dan nog? Ben je je volledig vrije wil vergeten en je macht als “kind van God”? - Het ontbreken van bladeren en bloemen (van de uiterlijke bezigheden) verhindert het toenemen en de werkzaamheid van de wortels (het innerlijk leven) niet.

Werk: de gebeurtenissen zullen een andere loop nemen en je zult vruchten dragen, talrijker en smakelijker dan tevoren.

Probeer de weg van het “geestelijk kind-zijn” te leren kennen; zonder je bij het volgen van deze weg te “forceren”.- Laat de heilige Geest werken.

De weg van het kind-zijn. - Overgave. - Geestelijk klein zijn. - Dit alles is geen onnozelheid, maar een sterk en krachtig christelijk leven.

In het leven van het geestelijk kind-zijn zijn de dingen die de “kinderen” zeggen of doen nooit kinderachtig of onnozel.

Het geestelijk kind-zijn is geen geestelijke domheid of “slapheid”: het is een weg van gezond verstand en kracht, die een ziel vanwege zijn moeilijke gemakkelijkheid moet opgaan en verder bewandelen aan de hand van God.

Het geestelijk kind-zijn vereist de onderwerping van het verstand. Dit is moeilijker dan de onderwerping van de wil. - Om het verstand te onderwerpen is, behalve de genade van God, de voortdurende oefening nodig van de wil die “nee” zegt, telkens opnieuw, zoals hij “nee” zegt tegen het vlees. Hieruit volgt de paradox dat wie de “kleine weg van het kind-zijn” gaat, om een kind te worden zijn wil sterk en mannelijk moet maken.

Klein zijn: de grootste stoutmoedigheden worden altijd door kinderen bedreven. - Wie vraagt om… de maan? - Wie let niet op het gevaar, als het er om gaat het begeerde voorwerp te pakken te krijgen?

- Stel je zo'n kind voor met veel genade van God, met het verlangen de wil van God te volbrengen, met veel liefde tot Jezus, met alle menselijke kennis die het in staat is op te nemen…, en je hebt het portret getekend van de apostelen van vandaag, zoals God ze ongetwijfeld wil.

Wees een kind. - Nog méér kind. - Blijf echter niet in de “puberteit” steken: heb je ooit iets dwazers gezien dan een joch dat zo volwassen doet, alsof het volwassen is, of een man die zich als een kind gedraagt? Wees een kind, maar voor God. En daarom in alle andere opzichten een volwassen man. - O ja: en laat die schoothondjesmanieren.

Soms voelen wij ons geneigd daden van kleine kinderen te stellen. - In de ogen van God zijn het bekoorlijke attenties. En zolang het geen sleur wordt, zijn deze kleine werken uiteraard vruchtbaar, zoals de Liefde altijd vruchtbaar is.

Vergeleken bij God, die eeuwig is, ben jij nog kleiner dan een peuter van twee jaar is in vergelijking met jou.

En behalve een kind, ben je ook kind van God. - Vergeet dat niet.

Als je gebreken je terneerdrukken, moet je niet treurig worden. - Beroem je op je zwakheden, zoals St. Paulus; want aan de kinderen is het toegestaan de groten na te doen, zonder te vrezen zich belachelijk te maken.

Laat je tekortkomingen en onvolmaaktheden en zelfs je ernstige misstappen je niet van God verwijderen. - Het zwakke kind, als het verstandig is, zorgt ervoor in de buurt van zijn vader te blijven.

Maak je niet ongerust wanneer je boos wordt bij het doen van die kleine dingen die Hij je vraagt. - Later zul je leren glimlachen…

Zie je niet hoe ongaarne het ongecompliceerde kind, het snoepje dat het in de hand houdt, aan zijn vader geeft die het op de proef wil stellen? - Maar het kind geeft het: de liefde heeft overwonnen.

Wanneer je de dingen goed wilt doen, heel goed, is het resultaat, dat je ze slecht doet. - Verneder je voor Jezus en zeg Hem: hebt U gezien hoe ik alles verkeerd doe? - Welnu, als U me niet helpt, zal ik er nog minder van terechtbrengen!

Heb medelijden met Uw kind: ik wil elke dag een mooie bladzijde in het boek van mijn leven schrijven… Maar ik ben zo onhandig. Als de Meester mijn hand niet vasthoudt, komen er in plaats van elegante letters alleen maar onleesbare krabbels en inktvlekken uit mijn pen, die je aan niemand kunt laten zien.

Van nu af aan, Jezus, zullen wij altijd samen schrijven.

Ik beken U, mijn Liefde, dat mijn onbeholpenheid groot is. Zo groot zelfs, dat ik pijn doe terwijl ik liefkozen wil. - Verfijn de manieren van mijn ziel; geef me, bid ik U, naast het krachtige en mannelijke van het geestelijk kind-zijn, de fijngevoeligheid en tederheid die kinderen aan de dag leggen in hun uitingen van liefde jegens hun ouders.

Je bent vol zwakheden. - Elke dag zie je ze beter. - Maar laat dat je niet afschrikken. - Hij weet goed dat je niet méér vruchten kunt afwerpen.

Je onvrijwillige misstappen - als die van een kind - maken dat God, je Vader, meer zorg voor je heeft en dat Maria, je Moeder, haar liefdevolle hand niet van je terugtrekt. Doe je voordeel hiermee en als de Heer je dagelijks van de grond opraapt, omhels Hem dan uit alle macht en leg je arme hoofd op zijn open borst. Het kloppen van zijn allerbeminnelijkst Hart zal je op den duur in verrukking brengen.

Een speldeprik. - En nog een. En weer een. - Verdraag ze! Zie je niet dat je zo klein bent, dat je in je leven - op jouw kleine weg - alleen maar kleine kruisen opofferen kunt?

Bovendien, stel je voor: het ene kruis op het andere, een speldeprik… en nog een…, wat een berg!

Uiteindelijk, kind, heb je iets heel groots gepresteerd: liefhebben.

Als een kinderlijke ziel de Heer haar verlangen naar vergeving kenbaar maakt, kan zij er zeker van zijn spoedig verhoord te worden: Jezus zal de ziel aan de last ontrukken, die ze met zich meesleept als straf voor haar vroegere tekortkomingen. Hij zal haar bevrijden van het loodzware gewicht, dat ten gevolge van al haar onzuiverheden op haar drukt en waardoor de ziel aan de grond vast blijft zitten. Hij zal het kind verlossen van alle aardse ballast van zijn hart, die het belet op te stijgen tot de goddelijke Majesteit, om weg te smelten in de levende Liefdesvlam die Hij is.

Je ontmoediging die het gevolg is van je tekort aan edelmoedigheid, van je zonden, je - misschien alleen schijnbare - achteruitgang, heeft je vaak de indruk gegeven iets heel waardevols kapot gemaakt te hebben (je heiliging).

Maak je niet bezorgd. Pas in het bovennatuurlijk leven de strategie toe, die ongecompliceerde kinderen gebruiken om dergelijke kwesties op te lossen.

Zij hebben - meestal uit onbeholpenheid - een voorwerp stuk gemaakt waaraan hun vader zeer gehecht was. Zij hebben er spijt van, misschien huilen zij zelfs, maar zij gaan troost zoeken bij de eigenaar van het voorwerp dat zij door hun onhandigheid stuk gemaakt hebben. En de vader denkt niet meer aan de waarde ervan, hoe groot die ook was. Vol tederheid zal hij niet alleen de kleine vergeven, maar zijn kind ook troosten en bemoedigen. - Leer hieruit.

Laat je gebed mannelijk zijn. - Kind zijn wil niet zeggen slap zijn.

Voor wie Jezus liefheeft is het gebed, zelfs te midden van geestelijke dorheid, de vertroosting die aan alle verdriet een einde maakt. Hij grijpt naar het gebed met het verlangen waarmee een kind naar de suikerpot loopt, nadat het een bitter drankje heeft moeten innemen.

Je bent verstrooid onder het gebed. - Probeer de verstrooidheid te vermijden, maar maak je niet ongerust als je ondanks alles toch verstrooid blijft.

Ook in het gewone leven laten zelfs de meest verstandige kinderen zich vaak afleiden door hun omgeving en zij amuseren zich zonder acht te slaan op hetgeen hun vader hun voorhoudt. - Dat betekent nog geen tekort aan liefde of aan eerbied, maar het is de gebrekkigheid en zwakheid, die aan kinderen eigen is.

Welnu, in de ogen van God ben jij ook een kind.

Verwijzingen naar de H. Schrift