Lijst van punten

Er zijn 6 punten in «De Weg» waarvan het onderwerp is arbeid → instrument van apostolaat.

Je bekommert je er alleen om, je cultuur te ontwikkelen. - Maar wat je ontwikkelen moet, is je zieleleven. - Dan pas werk je voor Christus, zoals het moet. Om hier op aarde te heersen heeft Hij mensen nodig die, met hun blik op de hemel gericht, een groot prestige verwerven in alle menselijke activiteiten en hierdoor in stilte, maar doelmatig, een apostolaat van het beroep uitoefenen.

Ongodsdienstigheid. Neutraliteit. - Oude mythen, die zich steeds weer als nieuw trachten voor te doen.

Heb je wel eens de moeite genomen te bedenken, hoe absurd het zou zijn, je katholiciteit af te geven bij het binnengaan van een universiteit, een vakbond, een congreszaal of het parlement, zoals je een hoed afgeeft aan de garderobe?

Als je een openbaar ambt bekleedt, heb je rechten en plichten die uit de uitoefening van je taak voortvloeien.

- Je verwijdert je van je weg als apostel, als je naar aanleiding of onder voorwendsel van een apostolaatswerk je beroepsplichten niet vervult. Want je verliest dan je beroepsprestige, dat juist het “aas is om mensen te vissen”.

Wat jou verbaasd doet staan, lijkt mij vanzelfsprekend. - God heeft jou gezocht in de uitoefening van je beroep.

Zo heeft Hij zijn eerste volgelingen gezocht: Petrus, Andreas, Johannes en Jacobus bij hun visnetten. Matteüs gezeten in zijn tolhuis…

En, wat het toppunt is, Paulus terwijl hij bezig was het christendom met wortel en al uit te roeien.

Wat hebben de mensen toch een zucht om van plaats te veranderen! - Wat zou er gebeuren als ieder bot, elke spier van het menselijk lichaam een andere plaats zou willen innemen dan haar toekomt?

Het onbehagen in de wereld heeft geen andere oorzaak. - Volhard op je plaats, mijn kind: hoeveel kun je van daaruit niet doen voor de werkelijke heerschappij van onze Heer!

Het is menselijk, weinig waarde te hechten aan hetgeen weinig kost. - Dit is de reden waarom ik je het “apostolaat van het niet-geven” aanbeveel.

Laat nooit na bij de uitoefening van je beroep, als je beroep het instrument van je apostolaat is, een billijke en redelijke vergoeding te vragen.