Lijst van punten

Er zijn 12 punten in «De Voor» waarvan het onderwerp is arbeid → instrument van apostolaat.

“Het is zo moeilijk!” roep je ontmoedigd uit.

Luister, als je strijdt is de genade van God voldoende. Dan zal je afzien van je persoonlijke belangen, je medemens dienen omwille van God en de Kerk helpen op het gebied waar vandaag de dag slag wordt geleverd: op straat, in de fabriek, in de werkplaats, op de universiteit, op kantoor, in je eigen omgeving, tussen de jouwen.

Degenen die Christus ontmoet hebben, mogen zich niet meer in hun eigen wereldje opsluiten: wat zou zo'n inperking een trieste zaak zijn! Zij moeten zich als een waaier openen om alle zielen te bereiken. Ieder moet zijn vriendenkring maken - en deze groter laten worden - waar hij invloed op kan uitoefenen door het prestige dat hij heeft in zijn beroep, door zijn gedrag en zijn vriendschap, met de bedoeling dat Christus invloed zal uitoefenen door middel van dat beroepsprestige, dat gedrag en die vriendschap.

Het verlangen om - te onderrichten, - met overtuiging, maakt leerlingen dankbaar en dat is een geschikte bodem voor het apostolaat.

Ik begrijp je heel goed als je over je apostolaat schrijft: “Ik ga nu drie uur in gebed met mijn natuurkundeboek. Dat zal een bombardement zijn om de - stelling - aan de andere kant van de tafel hier in de bibliotheek tot - overgave - te brengen - U kent hem nog wel van de keer dat U hier was.”

Ik herinner me de blijdschap waarmee je reageerde toen je van me hoorde dat er geen kloof hoeft te zijn tussen gebed en werk.

Studie, werk: plichten waaraan geen christen zich mag onttrekken; middelen waarmee we ons kunnen verdedigen tegen de vijanden van de Kerk en waarmee we - via ons beroepsprestige - zoveel andere zielen kunnen aantrekken, die hoewel ze goed zijn, geïsoleerd strijden. Het zijn de meest elementaire wapens voor degene die een apostel wil zijn midden in de wereld.

Ook jij hebt in je beroep een roeping die je aanspoort als een - angel - in je vlees. - Ja, met die - angel - moet je mensen vissen.

Zorg dus dat je bedoeling zuiver is en laat niet na om alle mogelijke prestige in je beroep te krijgen, ten dienste van God en van de zielen. De Heer rekent daar namelijk ook op.

Het aantal dwazen, waarvan je in de heilige Schrift leest dat het oneindig is, stultorum infinitus est numerus, lijkt iedere dag nog groter te worden. In hoeveel maatschappelijke posities en onverwachte situaties, die varen onder de vlag van het prestige dat het ambt - en zelfs de - deugd - verleent, heb je niet onzinnige ideeën en gebrek aan gezond verstand te verduren!

Maar ik kan niet begrijpen dat je de bovennatuurlijke zin van het leven kwijtraakt en er onverschillig bij blijft: je innerlijke toestand moet wel diep gezakt zijn, als je die situaties - die je nu eenmaal moet verdragen! - laat voor wat ze zijn uit zuiver menselijke motieven…

Als je ze niet helpt om de goede weg te vinden, met verantwoordelijk en goed afgemaakt - dus geheiligd! - werk, dan word je ten slotte zoals zij, dwaas, of ben je hun medeplichtige.

Als je het ideaal van de broederlijke arbeid omwille van Christus begrijpt, zul je je groter en sterker voelen en zo gelukkig als je maar kunt zijn op deze wereld, waar zovelen erop uit zijn om wanorde en verbittering te scheppen omdat ze uitsluitend hun eigen ik achterna lopen.

Die priester, een goede vriend van ons, heeft me overtuigd. Hij sprak met me over zijn apostolische werk en gaf me de verzekering dat er geen bezigheden zijn die onbelangrijk zijn. “Achter dit veld met bloeiende rozen”, zei hij, “gaat de stille inspanning schuil van talloze zielen die door hun werk en hun gebed, hun gebed en hun werk, een stortvloed van genade van de hemel hebben verkregen waardoor alles vruchtbaar wordt gemaakt.”

Als je bij je gewone dagelijkse werk voelt dat je wil zwakker aan het worden is, moet je hier nog eens aan denken: “De studie, de arbeid, is een essentieel onderdeel van mijn weg. Een slechte naam in mijn beroep, als gevolg van luiheid, zou mijn activiteit als christen teniet doen of onmogelijk maken. Ik heb,volgens Gods wil, de invloed van mijn beroepsprestige nodig om anderen aan te trekken en te kunnen helpen.”

Twijfel er niet aan: als je je taak laat schieten, onttrek je jezelf, en anderen, aan Gods plannen!

Deze raad is voor jou die nog jong bent en pas de weg hebt ingeslagen: omdat God alles verdient, moet je proberen in je beroep eersteklas werk te leveren, zodat je later je ideeën effectiever kunt propageren.

Je moet je zo gedragen alsof de sfeer van de plaats waar je werkt uitsluitend van jou afhangt. Het moet een sfeer zijn van arbeidzaamheid, van blijdschap, van aanwezigheid van God en van een bovennatuurlijke kijk op de dingen.

Ik begrijp je willoosheid niet. Als je in aanraking komt met een groepje mensen dat een beetje lastig is - misschien wel zo geworden door jouw nalatigheid, ga je ze uit de weg, gooi je het bijltje erbij neer en denk je dat ze ballast zijn, een hinderpaal voor je apostolische dromen, dat ze je toch niet zullen begrijpen

Hoe wil je dat ze naar je luisteren als je niet, naast je genegenheid en je dienstbaarheid in gebed en versterving, tot ze spreekt?

Je zult heel wat verrassingen meemaken als je eenmaal besloten bent om met ieder van hen, één voor één om te gaan! Bovendien zullen ze, als jij niet anders wordt, terecht kunnen uitroepen, terwijl ze jou met de vinger nawijzen: Hominem non habeo!, - Ik heb niemand die me wil helpen!

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift