Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Deugden, menselijke .

De hoop van de Advent

Meer wilde ik op deze eerste zondag van de Advent niet zeggen. We beginnen de dagen tot de geboorte van de Verlosser af te tellen. We hebben de realiteit van onze christelijke roeping overwogen. We hebben overdacht hoe de Heer op ons vertrouwt om andere mensen tot heiligheid te brengen, dichter bij Hem, hen te verenigen met de Kerk, en het Rijk van God naar het hart van alle mensen te brengen. De Heer wil graag dat wij ons geven, dat wij trouw zijn, toegewijd, liefdevol. Hij wil dat we heilig zijn, helemaal van Hem.

We kennen hoogmoed, zinnelijkheid, leegte en egoïsme, maar ook liefde, overgave, barmhartigheid, nederigheid, offer en vreugde. Je moet kiezen. Je bent geroepen tot een leven van geloof, hoop en liefde. Je mag niet lager inzetten en in een middelmatig isolement blijven steken.

Een tijdje geleden zag ik een arend die zat opgesloten in een ijzeren kooi. Hij was vuil en was de helft van zijn veren kwijtgeraakt. Hij had een stuk rottend vlees in zijn klauwen. Toen vroeg ik me af wat er van mij terecht zou komen als ik de roeping die ik van God gekregen heb in de steek zou laten. Ik had medelijden met die eenzame, gekooide vogel die geboren was om hoog op te stijgen en recht in de zon te kijken. Ook wij kunnen opklimmen tot de nederige hoogten van de liefde tot God, van de dienst aan de mensen. Maar dan mogen er geen verborgen hoeken in onze ziel zijn waar de zon van Christus niet kan doordringen. We moeten alle zorgen die ons van Hem scheiden van ons afzetten: Christus in je verstand, Christus op je lippen, Christus in je hart, Christus in je werken. Dan zal je hele leven — je hart en je werken, je verstand en je woorden — vol zijn van God.

Richt u dan op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing komt nabij, (Lc 21, 28). hebben we zojuist in het evangelie gelezen. De adventstijd is een tijd van hoop. Het hele panorama van onze christelijke roeping, deze eenheid van leven die kracht put uit de aanwezigheid van God onze Vader, kan en moet een dagelijkse werkelijkheid zijn.

Laten we dit aan Onze Lieve Vrouw vragen en ons proberen voor te stellen hoe zij de maanden in afwachting van de geboorte van haar Zoon heeft doorgebracht. De Maagd Maria zal ervoor zorgen dat je een alter Christus, ipse Christus wordt: een andere Christus, Christus zelf!

Het recht op privacy

Laten we teruggaan naar de genezing van de blinde. Jezus heeft zijn leerlingen geantwoord dat de ongelukkige situatie van deze man niet het gevolg van de zonde is, maar een gelegenheid om de macht van God te manifesteren. En met bewonderenswaardige eenvoud maakt Hij dat de blinde kan zien.

Hiermee begint voor deze man zijn geluk, maar ook zijn kwelling. Ze laten hem niet met rust, te beginnen met de buren en degenen die hem vroeger hadden zien bedelen (Joh 9, 8). Het evangelie zegt niet dat ze blij waren, maar dat ze het niet konden geloven, hoewel de man met nadruk herhaalde dat hij dezelfde was die eerst niet kon zien en nu wel. Ze laten hem niet in alle rust van zijn geluk genieten maar brengen hem naar de Farizeeën. Die vragen hem opnieuw hoe het kan dat hij ziet, en hij antwoordt opnieuw: Hij deed slijk op mijn ogen, ik waste mij en ik zie (Joh 9, 15).

En de Farizeeën willen aantonen dat die gebeurtenis — die een weldaad en een groot wonder is — niet heeft plaatsgevonden. Sommigen nemen hun toevlucht tot kleinzielige, schijnheilige, zeer onredelijke argumenten. Hij genas op een sabbat, en omdat het op de sabbat verboden is te werken, ontkennen ze het wonder. Anderen beginnen wat tegenwoordig een enquête zou heten. Ze gaan met zijn ouders praten: Is dit uw zoon, die volgens uw zeggen blind geboren is? Hoe kan hij dan nu zien (Joh 9, 19)? Uit vrees voor de machtigen antwoorden de ouders met een uitspraak die aan alle eisen van wetenschappelijk onderzoek voldoet: Wij weten dat dit onze zoon is en dat hij blind is geboren, maar hoe hij nu kan zien, weten wij niet; of wie zijn ogen geopend heeft, wij weten het niet. Vraagt het hemzelf, hij is oud genoeg en zal zelf zijn woord wel doen (Joh 9, 20-21).

Degenen die de blindgeborene ondervragen kunnen het niet geloven, omdat zij het niet willen geloven. Voor de tweede maal riepen zij nu de man die blind was geweest bij zich en zeiden hem: (…). Wij weten dat die man — Jezus Christus — een zondaar is (Joh 9, 24).

In weinig woorden geeft het verhaal van de heilige Johannes hier een standaardvoorbeeld van een ongehoorde aanslag op een grondrecht dat ieder mens van nature heeft: het recht om met respect behandeld te worden.

Het thema is nog steeds actueel. Ook wij kunnen zonder moeite gevallen van agressieve nieuwsgierigheid noemen, waarbij het privéleven van andere mensen op een ziekelijke manier wordt nagetrokken. Een minimaal rechtvaardigheidsgevoel maakt al dat men bij het onderzoek van een vermoedelijk delict discreet en terughoudend te werk gaat, opdat de mogelijkheid van het delict niet gelijk als een feit wordt gepresenteerd. Het is dus overduidelijk dat de ziekelijke zucht om iets te willen uitpluizen dat niet alleen geen delict, maar een goede daad kan zijn als perversie moet worden bestempeld.

Tegenover de dealers in verdachtmakingen, die een commercie lijken te maken van de privacy van een persoon is het noodzakelijk om diens waardigheid en recht op privéleven te verdedigen. Hierbij vinden fatsoenlijke mensen elkaar, christen of niet, want het gaat om een algemeen geldende waarde: het recht van de persoon om zichzelf te zijn, zich niet te hoeven blootstellen aan de blik van anderen, en een gerechtvaardigde reserve binnen de familie te mogen bewaren wat betreft vreugden, moeilijkheden en verdriet. En vooral het recht om mensen die in nood zijn te kunnen helpen zonder er een spektakel van te maken, zuiver uit liefde, zonder te worden gedwongen om dat aan de grote klok te hangen, laat staan om de intimiteit van de ziel bloot te leggen voor onbescheiden en kwaadwillige blikken van personen voor wie het geestelijk leven van een mens niet meer dan aanleiding is tot wrevel en spot.

Maar het is moeilijk aan die bemoeizuchtige agressiviteit te ontkomen! De methoden om iemand niet met rust te laten zijn talrijker geworden, denk maar aan de technische middelen en aan algemeen geaccepteerde manieren van argumenteren waartegen het moeilijk is je te verweren als je je goede naam wil behouden. Dikwijls wordt er eenvoudigweg van uitgegaan dat iedereen slecht handelt; bij een dergelijke manier van denken komt gegarandeerd het mea culpa-gedrag te voorschijn, het kritiek leveren op zichzelf. Als iemand dan geen ton modder over zich heen gooit, concluderen ze dat hij behalve dat hij niet deugt, ook een arrogante huichelaar is.

Bij andere gelegenheden gaat men anders te werk. Iemand spreekt of schrijft laster en stelt vervolgens dat hij bereid is aan te nemen dat je integer bent, maar anderen zullen daar misschien anders over denken en die kunnen publiek maken dat je een boef bent. En hoe bewijs je dat je geen boef bent? Of ze zeggen: je hebt altijd beweerd dat je gedrag fatsoenlijk, eerlijk en integer is, maar wil je alsjeblieft nog eens nagaan of je misschien toch niet slecht, oneerlijk en geniepig bent?