Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is apostolaat → apostolaat van vriendschap en vertrouwen.

De eigen zwakte als geneeskrachtige zalf

U ontdekt, net als ik, dagelijks dat u beladen bent met veel fouten, als u moedig in de aanwezigheid van God gewetensonderzoek doet. Als u strijdt om die kwijt te raken, met de hulp van God, zijn ze niet van beslissende betekenis en worden ze overwonnen, hoewel het schijnt dat wij ze nooit helemaal uitgeroeid krijgen. Sterker nog, ondanks deze zwakheden zult u ertoe bijdragen de grote tekortkomingen van anderen te genezen, elke keer als u tracht te beantwoorden aan de genade van God. Door toe te geven dat u even zwak bent als zij —in staat tot alle feilen en fouten— zult u meer begrip kunnen opbrengen, meer fijngevoeligheid, en zult u, tegelijkertijd, veeleisender worden opdat wij allen het vaste voornemen maken God te beminnen met geheel ons hart.

Wij christenen, kinderen van God, moeten de anderen helpen door oprecht in praktijk te brengen wat die schijnheiligen met valse bedoelingen tot de Meester prevelden: Gij ziet de mensen niet naar de ogen (Mat 22, 16). Dat wil zeggen, dat wij ons moeten ontdoen van elk menselijk opzicht —voor ons tellen alle zielen!— hoewel we ons logischerwijze het eerst moeten bezighouden met diegenen die God door een of andere omstandigheid —ook al zijn het, naar de schijn, louter menselijke oorzaken— aan onze zijde heeft geplaatst.

De tocht is ten einde als zij het dorp binnengaan. En die twee die —zonder dat zij het zich bewust zijn— diep in hun hart gewond zijn door het woord en de liefde van de Mensgeworden God, merken dat Hij weggaat, want Jezus deed alsof Hij verder moest gaan (Luc 24, 28). De Heer dringt zich nooit op. Hij wil, dat wij Hem uit vrije wil roepen, zodra wij een glimp hebben opgevangen van de zuiverheid van de liefde die ons in het hart gelegd is. Wij moeten Hem met kracht tegenhouden en aandringen: Blijf bij ons, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde (Luc 24, 29), het wordt nacht.

Zo zijn wij: altijd weinig stoutmoedig, misschien uit onoprechtheid, misschien uit schaamte. Uiteindelijk denken wij: blijf bij ons, omdat onze ziel geteisterd wordt door verduisteringen, en alleen Gij zijt licht, alleen Gij kunt het vuur bedaren dat ons verteert. “Tussen alle aangename, eerbare zaken is ons niet onbekend welke de eerste is: God altijd bezitten” (H. Gregorius van Nazianze, Epistolae, 212 (PG 37, 349)).

En Jezus blijft. Onze ogen openen zich zoals die van Kleofas en zijn metgezel, toen Christus het brood brak. En ook al zou Hij weer uit ons blikveld verdwijnen, dan zullen wij toch in staat zijn weer op pad te gaan —het donkert— om de anderen over Hem te spreken, want zoveel blijdschap laat zich niet in een borst opsluiten.

De weg naar Emmaüs. Door onze Heer heeft dat begrip een zoete klank gekregen. En Emmaüs is de hele wereld, want de Heer heeft de goddelijke wegen van de aarde ontsloten.

Met de heilige Engelen

Vraag de Heer dat wij, zolang wij op deze aardkloot verblijven, ons nooit afscheiden van deze goddelijke reiziger. Laten wij daartoe ook onze vriendschap met de heilige Engelbewaarders doen groeien. Wij hebben allemaal veel gezelschap nodig: gezellen van de hemel en van de aarde. Wees verknocht aan de heilige engelen. Vriendschap is zeer menselijk, maar ook zeer goddelijk, net als ons leven dat goddelijk en menselijk is. Bent u het eens met wat de Heer zegt: Ik noem u geen dienaars meer, maar vrienden (Joh 15, 15). Hij leert ons vertrouwen te hebben in de vrienden van God die al in de hemel vertoeven en met de schepselen met wie wij het leven hier delen, ook met hen die van de Heer afgescheiden lijken te zijn, om hen weer in het goede spoor te helpen.

Ik zal eindigen met de woorden van de heilige Paulus aan de christenen van Kolosse te herhalen: Wij houden dan ook niet op voor u te bidden. Wij smeken God u alle wijsheid en geestelijk inzicht te schenken, zodat gij zijn wil volledig verstaat (Kol 1, 9). Wijsheid die evenredig is met het gebed, de contemplatie, de instorting van de Parakleet in onze ziel.

Zodat u een leven leidt dat de Heer waardig is en Hem in alles behaagt. Moogt gij vruchten voortbrengen van actieve goedheid op allerlei gebied en tevens toenemen in de waarachtige kennis van God. Moge Hij u in zijn heerlijke kracht machtig sterken om alles uit te houden en alles te verdragen. Zegt met blijdschap dank aan de Vader die u in staat stelde te delen in de erfenis van de heiligen in het licht. Hij heeft ons ontrukt aan het domein van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon (Kol 1, 10­13).

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift