Lijst van punten

Er zijn 4 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Nederigheid → macht van God en menselijke zwakte .

In het begin van de jaren veertig ging ik vaak naar Valencia. Ik beschikte toen niet over menselijke middelen en ik bad met hen die, net als u op dit moment, zich om de arme priester die ik ben, verzamelden, waar we ook maar konden, bepaalde avonden op een verlaten strand. Zoals de eerste vrienden van de Meester, herinnert u zich nog? De heilige Lucas schrijft, dat toen ze met Paulus uit Tyrus weggingen in de richting van Jeruzalem, allen met vrouwen en kinderen ons wegbrachten tot buiten de stad. Op het strand knielden wij neer en baden (Hand 21, 5).

Wel, op een avond, aan het eind van de dag, bij een prachtige zonsondergang, zagen we een bootje naar het strand toe komen. Een paar man sprong aan land, tanig, stevig als een rots, doorweekt, met ontbloot bovenlijf, zo verbrand door de zeewind dat ze uit brons gegoten leken. De mannen begonnen hun net vol zilverig schitterende vis dat achter de boot meegesleept was, uit de zee te trekken. Ze trokken met veel voortvarendheid, hun voeten diep in het zand geplant, met verbazingwekkende kracht. Plotseling komt er een jongetje aan, ook helemaal bruin verbrand; hij gaat naar het touw, pakt het met zijn kleine handen vast en begint met onmiskenbare onhandigheid te trekken. De visserslui, ruw, zonder enige verfijning, moeten geroerd geweest zijn en ze lieten de kleine meehelpen; ze stuurden hem niet weg, hoewel ze eerder last van hem hadden.

Ik dacht aan u en aan mij; aan u die ik nog niet kende en aan mij; aan ons die de hele dag het touw trekken op zoveel terreinen. Als we ons aan God Onze Heer aanbieden als die kleine, overtuigd van onze zwakheid, maar bereid om aan zijn plannen mee te werken, zullen we ons doel gemakkelijker bereiken: we zouden het net overstroomd van overvloedige vangst, aan land trekken, want de macht van God slaagt juist daar waar onze krachten falen.

Vruchten van nederigheid

Hoe hoger gij staat, des te kleiner moet gij u maken, en gij zult genade vinden bij de Heer (Sir 3, 18). Als wij nederig zijn, zal de Heer ons nooit in de steek laten. Hij vernedert de arrogantie van de hoogmoedige, maar Hij redt de nederigen. Hij bevrijdt de onschuldige die om de zuiverheid van zijn handen vrijgekocht wordt (vgl. Job 23, 29­30). De oneindige barmhartigheid van de Heer snelt onmiddellijk hem te hulp die Hem aanroept vanuit het diepst van zijn nederigheid. Hij doet dit als de persoon die Hij is: als God Almachtig. Ook als er veel gevaren dreigen, als de ziel in het nauw lijkt gebracht, als zij zich aan alle kanten omringd ziet door de vijanden van haar heil, zal de ziel niet te gronde gericht worden. En dat is niet alleen een overlevering uit vervlogen tijden: dat gaat ononderbroken door tot in onze dagen.

Het is onze plicht de goddelijke maat der dingen te bereiken en we mogen het bovennatuurlijke nooit uit het oog verliezen, in de wetenschap dat Christus zelfs van onze zwakheden gebruik maakt om zijn heerlijkheid in volle luister te tonen. Daarom moet u direct reageren en naar de Meester luisteren als u in uw geweten de slang van de eigenliefde voelt binnenkronkelen, of vermoeidheid, moedeloosheid, de last van de hartstochten. En u moet niet bang zijn voor de trieste werkelijkheid die we allemaal met ons meedragen, want zolang we leven, zullen onze zwakheden ons altijd begeleiden.

Dat is de weg van de christen. Het onontkoombaar gevolg is, dat we onophoudelijk met een krachtig en nederig geloof moeten smeken: Heer, stel geen vertrouwen in mij. Laat mij op U vertrouwen. Als we in onze ziel de liefde, de erbarming en de tederheid van de blik gewaarworden, waarmee Christus ons aanziet omdat hij ons niet in de steek laat, zullen we de woorden van de Apostel volledig begrijpen: virtus in infirmitate perficitur (2 Kor 12, 9), kracht wordt juist in zwakheid volkomen. Door het geloof in Onze Heer zullen wij, ondanks onze ellende, beter gezegd, dank zij onze ellende, trouw zijn aan God, Onze Vader. De macht van God zal schitteren en ons in onze zwakte steunen.

Geloof en nederigheid

En nu doet de heilige Matteüs ons verslag van een ontroerende gebeurtenis. Plotseling naderde Hem van achteren een vrouw die al twaalf jaar lang aan vloeiingen leed, en raakte de zoom van zijn mantel aan (Mat 9, 20). Wat een geweldige nederigheid heeft die vrouw! Want ze zei bij zichzelf: Als ik alleen maar zijn mantel kan aanraken, zal ik genezen zijn (Mat 9, 21). Er zullen altijd zieken zijn die, zoals Bartimeüs, met een groot geloof bidden en er geen probleem in zien in het openbaar hun geloof uit te schreeuwen. Maar houdt wel in de gaten, dat er op de weg van Christus geen twee zielen hetzelfde zijn. Het geloof van die vrouw is ook groot. Maar zij roept helemaal niets. Zij komt dichterbij, zonder dat iemand het merkt. Voor haar is het genoeg als ze een stukje van het kleed van Christus kan aanraken, omdat het voor haar vaststaat, dat ze genezen zal worden. Ze heeft dit nog maar nauwelijks gedaan, of de Heer keert zich om en Hij kijkt haar aan. Hij weet dan al wat er in het binnenste van dat hart omgaat en heeft de stelligheid ervan bemerkt: Heb goede moed, dochter, uw geloof heeft u genezen (Mat 9, 22).

“Met een fijn gebaar heeft zij de zoom van zijn kleed aangeraakt”, zegt Ambrosius. “Zij naderde met geloof, zij geloofde en wist, dat ze zou genezen… Als we gered willen worden, moeten wij ook vol geloof het kleed van Christus aanraken” (H. Ambrosius, Expositio Evangelii secundum Lucam, 6, 56 en 58 (PL 15, 1682­1683)). Begrijpt u nu hoe ons geloof moet zijn? Nederig. Wie zijt gij en wie ben ik, dat we het waard zijn, dat Christus ons roept? Wie zijn wij om Hem zo nabij te mogen zijn? Hij heeft ons, net als die vrouw in de menigte, een kans geboden. En niet om een stukje van zijn kleed aan te raken of de rand van zijn mantel even te beroeren, de zoom. Wij hebben Hem. Hij geeft zich helemaal aan ons, met Lichaam en Bloed, met Ziel en Godheid. Hij is ons dagelijks voedsel, we spreken op heel vertrouwelijke voet met Hem, zoals een kind praat met zijn vader, zoals we spreken met de Liefde. En dat is de waarheid. Dat zijn geen waanbeelden.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift