Lijst van punten

Er zijn 8 punten in «De Weg» waarvan het onderwerp is Apostel → hoop.

Wilskracht. Dat is een zeer belangrijke eigenschap. Veracht de kleine dingen niet, want door de voortdurende beoefening van de onthechting en de zelfverloochening in de kleine dingen - die nooit onbeduidend zijn! - maak je je wil, met Gods genade, sterk en mannelijk. Zó zul je allereerst heer en meester over jezelf worden; en later: gids, hoofd, leider!… een leider, die met zijn voorbeeld, zijn woord, zijn kennis en zijn gezag overtuigt, stimuleert en meesleept.

Wil ik je eens heel precies zeggen, wat ik van “jouw weg” denk? - Welnu, luister: als je aan de roep beantwoordt, zul je voor Christus werken als de beste. Aan die roep zul je kunnen beantwoorden, als je een mens van gebed wordt. Dan zul je, hongerend naar opoffering, het zwaarste werk proberen te doen… En je zult hier beneden gelukkig zijn en daarna volkomen gelukkig in het eeuwige leven.

Gooi die wanhoop, die uit de kennis van je nietswaardigheid voortkomt, van je af. - Het is waar: economisch gezien ben je een nul…, naar je maatschappelijk aanzien gemeten ben je ook een nul…, hetzelfde geldt voor je deugden en capaciteiten.

Maar links van al deze nullen staat Christus… En wat een onmeetbaar groot getal wordt dat!

Een oprecht hart en goede wil: met deze twee elementen en met de blik gericht op het vervullen van de wil van God, zul je je dromen van liefde verwezenlijkt zien en zal je honger naar zielen gestild worden.

Laat, als je een apostel bent, nooit de moed zinken. - Er is geen tegenslag die je niet kunt overwinnen.

- Waarom ben je dan bedroefd?

Graden: in de wil van God berusten, zich schikken naar de wil van God, de wil van God willen, de wil van God liefhebben.

Je zou graag deze geleerde voor je apostolaat willen winnen, en die andere invloedrijke, en ook nog die ander die zo verstandig is en zulke goede eigenschappen heeft.

Bid, doe verstervingen, en probeer ze door woord en voorbeeld aan te trekken. - Zij komen niet! - Raak niet van je stuk: zij zijn blijkbaar niet nodig!

Dacht je dat Petrus geen geleerde, invloedrijke, verstandige en deugdzame tijdgenoten heeft gehad, aan wie het missiewerk van de twaalf apostelen voorbij is gegaan?

Je schrijft me: “Het grote verlangen dat we allen hebben, dat het opschiet en zich uitbreidt, lijkt om te slaan in ongeduld: wanneer zal de grote doorbraak komen, wanneer zal de wereld van ons zijn?”

En je voegt eraan toe: “Dit verlangen zal niet zonder vrucht blijven, als we het afreageren door de Heer te “dwingen” en lastig te vallen: dan zullen we echt tijd gewonnen hebben.”