Lijst van punten

Er zijn 4 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Heiligheid → gezelschap van de engelen en hulp van de h. Maagd.

Wat zullen de bovennatuurlijke deugden in ons groeien, als wij er echt in slagen met Maria, die onze Moeder is, contact te hebben! Wij moeten ons er niet voor generen de hele dag door —in ons hart, zonder dat daarvoor woorden nodig zijn— korte gebedjes, schietgebeden te doen. In de christelijke vroomheid zijn veel van dergelijke vurige lofprijzingen in de litanieën die het rozenkransgebed begeleiden, samengebracht. Het staat echter iedereen vrij deze uit te breiden, nieuwe lofzangen tot haar te richten, haar dat te zeggen, wat wij —uit een heilige schaamte waarvoor zij begrip heeft en waarmee zij het eens is— niet hardop zouden durven uitspreken.

Tot slot, ik geef u de raad zelf de moederlijke liefde van Maria te beproeven. Het is niet genoeg dat wij weten dat zij Moeder is, haar op die manier te beschouwen en over haar te spreken. Zij is uw Moeder en u bent haar kind; zij houdt van u alsof u haar enig kind was in deze wereld. Praat dienovereenkomstig met haar: vertel haar alles wat u overkomt, vereer haar, bemin haar. Niemand kan het zo goed doen, in uw plaats, als gij het niet doet.

Ik geef u de verzekering, dat als u deze weg inslaat, u direct heel Christus' liefde zult vinden: en dat u op zult gaan in dat onuitsprekelijke leven van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. U zult er de kracht uit putten om de Wil van God volledig te vervullen, u zult vol zijn van verlangen om de mensen te dienen. U zult die christen worden die u soms droomt te zijn: overlopend van werken van liefdadigheid en rechtvaardigheid, blij en sterk, met begrip voor anderen en veeleisend jegens uzelf.

Dat, en niets anders is de graadmeter van ons geloof. Nemen wij onze toevlucht tot de heilige Maria, die ons energiek en zonder ophouden zal bijstaan.

De Allerheiligste Mensheid van Christus

Hoe kunnen wij die obstakels overwinnen? Hoe slagen wij er in standvastiger te worden in die beslissing die ons wel erg veel moeite lijkt te gaan kosten? Door het voorbeeld van de allerheiligste Maagd en onze Moeder tot bron van inspiratie te nemen: een prachtige, brede weg die ons noodzakelijkerwijs naar Christus voert.

Om dichter tot God te naderen moeten wij de juiste weg nemen en dat is de Allerheiligste Mensheid van Christus. Daarom raad ik altijd aan boeken te lezen over het lijden en sterven van onze Heer. Deze teksten vol oprechte vroomheid brengen ons de Zoon van God voor de geest, Mens zoals wij en werkelijk God, die liefheeft en naar het vlees lijdt voor de Verlossing van de wereld.

Beschouwt u eens een van de devoties die het diepst geworteld zijn in het christenvolk, het bidden van de rozenkrans. De Kerk spoort ons aan de geheimen ervan te overwegen, opdat door de blijdschap, de droefenis en de glorie van de heilige Maria in ons hoofd en in onze verbeelding het verbluffende voorbeeld ingeprent wordt van de Heer tijdens zijn dertig jaar verborgen leven, zijn drie jaar verkondiging, zijn smartelijk Lijden en zijn glorievolle Verrijzenis.

Christus volgen: dat is het geheim. Hem van zo nabij vergezellen, dat wij met Hem leven als de twaalf eersten; van zo nabij, dat wij ons met Hem vereenzelvigen. Laten wij niet langer dralen en, als wij de genade niets in de weg gelegd hebben, vaststellen dat wij bekleed zijn met de Heer Jezus Christus (vgl. Rom 13, 14). Ons gedrag geeft als een spiegel het beeld van de Heer weer. Als die spiegel deugdelijk is, zal hij het allerbeminnelijkste beeld van onze Verlosser weergeven zonder dit te misvormen, zonder lelijke trekken. De anderen zullen dan de mogelijkheid hebben Hem te bewonderen en te volgen.

Met de heilige Engelen

Vraag de Heer dat wij, zolang wij op deze aardkloot verblijven, ons nooit afscheiden van deze goddelijke reiziger. Laten wij daartoe ook onze vriendschap met de heilige Engelbewaarders doen groeien. Wij hebben allemaal veel gezelschap nodig: gezellen van de hemel en van de aarde. Wees verknocht aan de heilige engelen. Vriendschap is zeer menselijk, maar ook zeer goddelijk, net als ons leven dat goddelijk en menselijk is. Bent u het eens met wat de Heer zegt: Ik noem u geen dienaars meer, maar vrienden (Joh 15, 15). Hij leert ons vertrouwen te hebben in de vrienden van God die al in de hemel vertoeven en met de schepselen met wie wij het leven hier delen, ook met hen die van de Heer afgescheiden lijken te zijn, om hen weer in het goede spoor te helpen.

Ik zal eindigen met de woorden van de heilige Paulus aan de christenen van Kolosse te herhalen: Wij houden dan ook niet op voor u te bidden. Wij smeken God u alle wijsheid en geestelijk inzicht te schenken, zodat gij zijn wil volledig verstaat (Kol 1, 9). Wijsheid die evenredig is met het gebed, de contemplatie, de instorting van de Parakleet in onze ziel.

Zodat u een leven leidt dat de Heer waardig is en Hem in alles behaagt. Moogt gij vruchten voortbrengen van actieve goedheid op allerlei gebied en tevens toenemen in de waarachtige kennis van God. Moge Hij u in zijn heerlijke kracht machtig sterken om alles uit te houden en alles te verdragen. Zegt met blijdschap dank aan de Vader die u in staat stelde te delen in de erfenis van de heiligen in het licht. Hij heeft ons ontrukt aan het domein van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon (Kol 1, 10­13).

Moge de Moeder Gods en onze Moeder ons behoeden, opdat ieder van ons in de volheid van het geloof de Kerk zal kunnen dienen, met de gaven van de Heilige Geest en met een contemplatief leven. Laat eenieder zijn persoonlijke verplichtingen nakomen. Laat eenieder in zijn ambt en beroep, in het nakomen van zijn plichten van staat de Heer vol vreugde eer brengen.

Bemin de Kerk, dien haar met blijdschap, wetend dat u uit liefde tot dit dienstwerk hebt weten te besluiten. En zo wij ooit zouden moeten zien dat er mensen zijn die zonder hoop voortgaan, zoals die twee van Emmaüs, laten wij hen dan tegemoet treden met geloof —niet op eigen titel, maar uit naam van Christus— om hen te verzekeren, dat de belofte van Christus altijd in vervulling zal gaan, dat Hij altijd waakt over zijn Bruid en Haar nooit in de steek zal laten. Laat de duisternissen maar komen, wij immers zijn de kinderen van het licht (vgl. Ef 5, 8) en zijn geroepen tot een leven zonder eind.

En Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij. En Hij die op de troon is gezeten sprak: Zie, Ik maak alles nieuw. —En ik hoorde zeggen: Schrijf deze woorden op, zij zijn onfeilbaar waar. Nog zei Hij tot mij: Het is gebeurd! Ik ben de Alfa en de Omega, de oorsprong en het einde. Wie dorst heeft, zal ik te drinken geven uit de bron van het water des levens, om niet. Wie overwint zal dit alles krijgen, om niet. Ik zal zijn God zijn en hij mijn zoon (Apok 21, 4­7).