Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Geloof → het apostolaat, gevolg van het geloof.

Wonderen zullen zich herhalen

Ik durf te stellen, dat de Heer ook van ons werktuigen zal maken, als we elke dag slag leveren om de heiligheid te bereiken in ons gewone leven, op onze eigen plaats midden in de wereld en in de uitoefening van ons beroep; werktuigen die wonderen kunnen verrichten, ook de meest uitzonderlijke als daar behoefte aan is. Wij zullen blinden laten zien. Wie zou er niet duizend voorbeelden kunnen opnoemen van de manier waarop mensen die bijna vanaf hun geboorte blind zijn, weer ziende worden en de volle glans van het licht van Jezus in zich opnemen? Een ander was doof, een derde stom, ze konden niet horen, geen enkel verstaanbaar woord uitbrengen, althans niet als kinderen van God… Hun zintuigen werden gezuiverd en ze horen en ze uiten zich meteen als mensen en niet als dieren. In nomine Jesu! (Hand 3, 6). in de naam van Jezus gaven de apostelen aan een man die vanaf zijn geboorte lam was en niet in staat was één enkele nuttige handeling te verrichten, zijn krachten terug. Zo gold voor een luiaard, die zijn plicht kende maar niet nakwam: In de naam van Jezus, surge et ambula (Ibidem), sta op en wandel.

Een ander, gestorven, vergaan, riekend naar lijken, heeft de stem van God gehoord, zoals bij het wonder van de zoon van de weduwe van Naïn: Jongeman, Ik zeg je: sta op! (Luc 7, 14). Wonderen als die van Christus; wonderen als die van de eerste apostelen. Misschien hebben die wonderen zich voltrokken in u, in mij. Misschien waren we blind, of doof, of lam, of riekten we naar de dood, toen het woord van de Heer ons uit onze krachteloosheid opgeheven heeft. Als we Christus liefhebben, als we Hem zonder reserve volgen, als we niet onszelf zoeken, maar Hem alleen: dan kunnen we in zijn naam gratis uitdelen wat we gratis gekregen hebben.

De durf om over God te spreken

Hoe verwerkelijken we nu dat apostolaat? Allereerst door ons voorbeeld, door te leven in overeenstemming met de Wil van de Vader, zoals Christus ons door zijn leven en onderricht geopenbaard heeft. Het ware geloof is het geloof dat geen tegenspraak tussen daden en woorden duldt. We moeten de authenticiteit van ons geloof afmeten aan de hand van het onderzoek van ons eigen gedrag. We zijn geen oprechte gelovigen, als we geen moeite doen in praktijk te brengen wat we met de lippen belijden.

Als u voor de verleiding zou bezwijken u af te vragen ?wie zegt me, dat ik me daarmee moet bemoeien??, dan zou ik u zeggen ?Christus in eigen persoon beveelt het u? Hij vraagt het u: De oogst is groot, maar werklieden zijn er weinig. Bidt daarom de Heer van de oogst dat Hij werklieden zendt in zijn wijngaard (Mat 9, 37­38). Wees geen lafaard en denk niet: ?Wat kan ík daar nu voor een bijdrage leveren, er zijn al anderen die dat doen. Voor dat soort activiteiten ben ik niet in de wieg gelegd? Nee, er is niemand anders. Als u dat zou kunnen zeggen, zou iedereen dat met evenveel recht kunnen zeggen. Dit verzoek van Christus is aan alle christenen en aan elk van hen afzonderlijk gericht. Niemand is ervan vrijgesteld, noch door leeftijd, noch door gezondheid, noch door werk. Er is geen enkel excuus denkbaar. Ofwel ons apostolaat brengt vrucht voort, of ons geloof is onvruchtbaar.

Verwijzingen naar de H. Schrift