Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Goddelijk kindschap .

Om redenen die hier niet ter zake zijn —maar welke Jezus die ons leidt vanuit het Tabernakel, heel goed kent— heeft mijn leven me ertoe gebracht op bijzondere wijze te weten dat ik kind van God ben. En ik heb de vreugde gesmaakt me aan het hart van mijn Vader te vlijen, ter betering, om me van smetten te bevrijden, om Hem te dienen, om allen te begrijpen en te verontschuldigen, op grond van zijn liefde en mijn vernedering.

Daarom wil ik nu met nadruk wijzen op de noodzaak dat u en ik ons vermannen, dat we ontwaken uit die slaap van de zwakte die ons zo gemakkelijk doet insluimeren. En dan zullen we op een dieper en tegelijk directer manier besef krijgen van wat het betekent kind van God te zijn.

Het voorbeeld van Jezus, heel het leven van Christus in Palestina helpt ons dieper in die waarheid door te dringen. Als wij het getuigenis van mensen aannemen, lezen we in het Epistel, Gods getuigenis is meer waard (1 Joh 5, 9). En waarin bestaat het getuigenis van God? Opnieuw is Sint Jan aan het woord: Hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond heeft. Wij worden kinderen van God genoemd en we zijn het ook… Veelgeliefden, nu reeds zijn we kinderen van God (1 Joh 3, 1­2).

In de loop der jaren heb ik getracht mij zonder onderbreking op deze blijde realiteit te verlaten. Mijn gebed is —in alle omstandigheden— altijd hetzelfde geweest, in verschillende toonaarden. Ik heb gezegd: Heer, U hebt mij hier neergezet; U hebt mij dit of dat toevertrouwd en ik heb vertrouwen in U. Ik weet dat U mijn Vader bent en ik heb steeds gezien, dat kleine kinderen altijd een onvoorwaardelijk vertrouwen in hun ouders hebben. Mijn ervaring als priester heeft me bevestigd, dat deze overgave in Gods hand de zielen aanzet zich een sterke, grote en serene vroomheid te verwerven die hen ertoe brengt altijd te werken met een zuivere bedoeling.

Het voorbeeld van Jezus Christus

Quasi modo geniti infantes… Het heeft mij vreugde verschaft overal deze mentaliteit van kleine kinderen van God te verspreiden. Door deze mentaliteit kunnen we meer genieten van de woorden die we ook in de liturgie van de Mis vinden: al wat uit God geboren is, is overwinnaar van de wereld (1 Joh 5, 4), komt alle moeilijkheden te boven, behaalt de overwinning in die grote slag om vrede in de zielen en in de samenleving.

Onze wijsheid en onze kracht bestaan juist in het besef van onze kleinheid en ons niets zijn voor het aangezicht van God. Tegelijkertijd moedigt Hij ons aan met vertrouwvolle zekerheid te handelen en Jezus Christus, zijn Eniggeboren Zoon, ondanks onze fouten en persoonlijke gebreken te verkondigen, mits er naast onze zwakte geen gebrek is aan strijd met het doel om te winnen.

U hebt mij vaak deze raad uit de Heilige Schrift horen aanhalen: discite benefacere (Jes 1, 17), leert het goede te doen, want het is zeker dat wij moeten leren en onderrichten het goede te doen. Laten we bij onszelf beginnen. We leggen ons erop toe te ontdekken wat het goede is, dat we moeten nastreven, voor ieder van ons, vooral voor onze vrienden, voor iedereen. Ik ken geen betere weg om de grootheid van God te overwegen dan door te leren Hem te dienen vanuit het onzegbare en eenvoudige oogmerk dat Hij onze Vader is en wij zijn kinderen zijn.

Doet het u niets dat de apostel Johannes, toen hij al tamelijk oud was, een van zijn brieven grotendeels wijdde aan aansporingen om ons te gedragen volgens deze goddelijke leer! De liefde die onder gelovigen moet heersen, vindt haar oorsprong in God die Liefde is. Veelgeliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeft, is een kind van God en kent God. De mens zonder liefde kent God niet, want God is liefde (1 Joh 4, 7­8). Het gaat om broederliefde, want door Christus zijn wij kinderen van God geworden: Ziet welk een liefde de Vader ons heeft gegeven, dat wij kinderen van God genoemd worden; en wij zijn het ook (1 Joh 3, 1).

Terwijl hij ons geweten duchtig wakker schudt om het ontvankelijker te maken voor de goddelijke genade, wijst Johannes er met nadruk op, dat wij een prachtig blijk van de liefde van de Vader voor de mensen hebben ontvangen: En de liefde die God is, heeft zich onder ons geopenbaard, doordat Hij zijn enige Zoon in de wereld gezonden heeft om ons het leven te brengen (1 Joh 4, 9). De Heer heeft het initiatief genomen door naar ons toe te komen. Hij heeft ons dit voorbeeld gegeven, opdat wij ons met Hem erop toeleggen de anderen te dienen, opdat wij —ik zeg het nog maar eens— ons hart met een ruim gebaar op de grond leggen, zodat anderen het als een zacht tapijt onder hun voeten voelen en hun strijd een zoete strijd wordt. Dat is, hoe wij ons moeten gedragen, omdat wij tot kinderen van dezelfde vader gemaakt zijn, van de Vader die niet geaarzeld heeft ons zijn welbeminde Zoon over te leveren.