Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Jezus Christus  → leer.

De tarwe en het onkruid

Ik heb aan de hand van de leer van Christus, en niet aan de hand van mijn eigen ideeën, een ideale weg voor de christen willen uitstippelen. Jullie zullen het ermee eens zijn dat die weg verheven, prachtig, en aantrekkelijk is. Maar misschien vraagt iemand zich af: kun je in de maatschappij van vandaag wel zo leven?

Het is een feit dat de Heer ons heeft geroepen op een moment dat er veel wordt gepraat over vrede. Maar er is geen vrede: niet in de ziel van de mensen, niet in de instellingen, niet in het sociale leven en niet onder de volken. Er wordt voortdurend gesproken over gelijkheid en democratie, maar het wemelt van gesloten, ontoegankelijke kasten. Hij heeft ons geroepen in een tijd die schreeuwt om begrip, maar het begrip schittert door afwezigheid, ook onder mensen die te goeder trouw handelen en naastenliefde willen beoefenen, want — vergeet dat niet — naastenliefde zit meer in begrijpen dan in geven.

We leven in een tijd waarin fanatici en mensen met wie niet te praten valt — omdat ze niet kunnen luisteren naar wat anderen te zeggen hebben — hun eigen belangen veiligstellen, terwijl ze hun slachtoffers brandmerken als gewelddadig en agressief. En bovendien heeft God ons geroepen in een tijd waarin je veel hoort praten over eenheid, maar onder de katholieken kunnen we ons wellicht moeilijk een grotere onenigheid voorstellen, want dit geldt niet alleen voor de mensen in het algemeen.

Ik houd nooit politieke beschouwingen, want dat is mijn taak niet. Als ik als priester iets zou willen zeggen over de situatie in de wereld van vandaag, dan kan ik ermee volstaan om nog eens een parabel van de Heer aan te halen: die van de tarwe en het onkruid. Het rijk der hemelen gelijkt op een man die op zijn akker goed zaad had gezaaid; maar terwijl de mensen sliepen kwam zijn vijand, zaaide onkruid tussen de tarwe en ging heen (Mt 13, 24-25). Het is duidelijk: de akker is vruchtbaar en het zaad is goed. De Heer van de akker heeft op het geschikte moment het zaad met volle handen uitgestrooid, volgens alle regels van de kunst. Bovendien heeft Hij ervoor gezorgd dat er gewaakt werd bij wat pas gezaaid was. En toch is er onkruid opgekomen. Dat komt doordat men niet gedaan heeft wat Hij zei, want de mensen — in het bijzonder de christenen — zijn gaan slapen en hebben de vijand dichterbij laten komen.

Wanneer de onverantwoordelijke dienaars de Heer vragen waardoor er onkruid op zijn akker is gegroeid, springt de verklaring in het oog: Inimicus homo hoc fecit, dat is het werk van een vijand![Mt 13, 28). Wij christenen horen waakzaam te zijn, zodat al het goede dat de Schepper in de wereld heeft gelegd zich kan ontwikkelen in dienst van de waarheid en van het goede. Maar wij sliepen — een trieste luiheid, die slaap! — terwijl de vijand en allen die hem dienen zonder meer hun gang konden gaan. Je kunt goed zien hoe het onkruid heeft gewoekerd: het is overvloedig en naar alle kanten uitgezaaid!

Ik heb geen roeping als onheilsprofeet. Ik wil jullie geen troosteloos en hopeloos panorama voorhouden. Het is niet mijn bedoeling om te klagen over deze tijd waarin de voorzienigheid van de Heer ons laat leven. We houden van onze tijd, want daarin moeten we onze persoonlijke heiliging bereiken. We gaan niet akkoord met een naïeve en steriele nostalgie; de wereld is nooit veel beter geweest. Altijd al, vanaf het begin van de Kerk toen men nog naar de prediking van de eerste twaalf kon luisteren, ontstonden er heftige vervolgingen, begonnen de ketterijen, werden er leugens verspreid en werd haat ontketend.

Maar we kunnen niet ontkennen dat het kwaad behoorlijk veel succes lijkt te hebben. Op heel de akker van God die de aarde is, het erfdeel van Christus, wordt onkruid aangetroffen en niet zomaar een beetje, maar een overvloed aan onkruid! We mogen ons niet laten misleiden door de mythe van de eeuwigdurende en onomkeerbare vooruitgang. Een juist geordende vooruitgang is goed en dat is wat God wil. Maar men kijkt meer naar die andere, valse vooruitgang die de ogen van zoveel mensen verblindt, waardoor ze niet merken dat de mensheid ook achteruit kan gaan en kwijtraakt wat ze eerder had gewonnen.

De Heer — ik zeg het nog eens — heeft ons de wereld als erfdeel gegeven. We moeten met onze ziel en ons verstand waakzaam blijven, realistisch zijn en de moed niet verliezen. Alleen door een afgestompt geweten, door ongevoeligheid als resultaat van de routine, en door lichtzinnige zorgeloosheid kunnen we naar de wereld kijken zonder het kwaad, de belediging van God en de soms onherstelbare schade aan de zielen te zien. We moeten optimistisch zijn, maar met een optimisme dat voortkomt uit ons geloof in de macht van God — van God die geen veldslagen verliest — en niet uit menselijke zelfvoldaanheid, uit dwaze en aanmatigende zelfingenomenheid.

Vandaag, op het feest van het heilig Sacrament, kunnen we samen overwegen hoeveel Christus wel van ons moet houden dat Hij in zijn liefde zover is gegaan dat Hij, verborgen onder de sacramentele gedaanten, bij ons is willen blijven. Het is of we zelf aanwezig zijn bij zijn onderricht aan de menigte: Eens (…) ging een zaaier uit om te zaaien. Bij het zaaien viel een gedeelte op de rotsachtige plekken waar het niet veel aarde had; het schoot snel op omdat het in ondiepe grond lag. Toen de zon was opgekomen kreeg het te lijden van de hitte, zodat het verdorde bij gebrek aan wortel. Weer een ander gedeelte viel onder de distels en deze schoten op, zodat het verstikte. Een ander gedeelte tenslotte viel op goede grond en leverde vrucht op: deels honderd-, deels zestig-, deels dertigvoudig (Mt 13, 3—8).

Dit tafereel is ook nu actueel. Ook vandaag gaat de goddelijke zaaier uit om te zaaien. Hij gaat door met het verlossingswerk en Hij wil zich daarbij van ons bedienen. Hij wil dat de christenen alle wegen op aarde openen voor zijn liefde en Hij nodigt ons uit de goddelijke boodschap tot in de verste uithoeken van de wereld te verkondigen door een goed voorbeeld en door de verspreiding van de leer. Hij ziet graag dat wij als burger en als lid van de Kerk onze plichten trouw vervullen, dat we zoals Christus worden door ons beroepswerk en de verplichtingen van onze levensstaat te heiligen.

Als we om ons heen kijken in de wereld waarvan we houden omdat die door God is gemaakt, dan zien we de parabel werkelijkheid worden. Het woord van Jezus is vruchtbaar, het maakt in velen het verlangen wakker om zich te geven en trouw te zijn. Het leven en het gedrag van de mensen die God dienen heeft de geschiedenis veranderd. Ook veel mensen die Hem niet kennen laten zich leiden door idealen die uit het christendom voortkomen, misschien zonder dat zij zich daarvan bewust zijn.

We zien echter ook dat een deel van het zaad op onvruchtbare aarde valt of tussen distels en dorens terecht komt; dat er harten zijn die zich afsluiten voor het licht van het geloof. De idealen van vrede, verzoening en broederschap worden geaccepteerd en verkondigd, maar ze worden niet zelden door de feiten gelogenstraft. Sommige mensen doen tevergeefs hun best om de stem van God te smoren en met bruut geweld verhinderen ze de verbreiding ervan, of ze maken gebruik van een minder opvallend wapen dat misschien nog wreder is omdat het de geest gevoelloos maakt: onverschilligheid

Het zal ons niet ontgaan dat er nog veel te doen is. Op een dag zei Jezus tegen zijn leerlingen, misschien terwijl Hij naar de golvende beweging van de rijpe aren keek: De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraagt daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten (Mt 9, 38). Net zoals toen zijn er ook nu te weinig arbeiders die de last van de dag en de brandende hitte (Mt 20, 12) willen verdragen. En als wij, die wel werken, niet trouw zijn, zal gebeuren wat de profeet Joël heeft geschreven: Ontredderd ligt de akker, het land is verdroogd, ja, het koren ligt ontredderd, de most is verschrompeld, de olie verdord. Verslagen moet gij staan, gij boeren, weeklagen moet gij, gij wijnbouwers, om de tarwe en de gerst, want de oogst op het veld is verloren gegaan (Joël 1, 10-11).

Er zal geen oogst zijn als je niet edelmoedig bereid bent om lange, vermoeiende arbeid te doen: ploegen, zaaien, het land onderhouden, en later oogsten en dorsen… Het Rijk van God wordt opgebouwd in de geschiedenis, in de tijd. De Heer heeft die taak aan ons toevertrouwd en niemand kan zich daarvan vrijgesteld voelen. Nu wij Christus in de Eucharistie aanbidden en over Hem mediteren, kunnen we eraan denken dat de tijd om uit te rusten nog niet is aangebroken, dat de dag nog niet ten einde is.

In het boek Spreuken lezen we: Wie zijn land bewerkt, heeft volop te eten (Spr. 12, 11). Laten we de geestelijke les van deze woorden op ons toepassen: wie het land van God niet bewerkt, wie niet trouw is aan de goddelijke opdracht om zich aan anderen te geven en hen te helpen Christus te leren kennen, zal moeilijk kunnen begrijpen wat het eucharistisch Brood is. Niemand waardeert dingen waar hij geen moeite voor hoeft te doen. Als we de heilige Eucharistie willen waarderen en liefhebben moeten we de weg van Jezus volgen: tarwe zijn, sterven, met nieuwe kracht weer opstaan en overvloedig vrucht dragen: honderdvoudig! (zie Mc 4, 8).

Deze weg kan in één woord worden samengevat: liefhebben. Liefhebben is een groot hart hebben, de zorgen delen van de mensen om ons heen, kunnen vergeven, begrip tonen: zich samen met Jezus opofferen voor alle zielen. Door lief te hebben met het hart van Christus zullen we leren dienen en zullen we de waarheid duidelijk en met liefde verdedigen. Daarvoor moet ieder van ons alles uit zijn leven bannen wat het leven van Christus in de weg staat: de gehechtheid aan het gemak, de bekoringen van het egoïsme, de drang onszelf centraal te stellen. Alleen als het leven van Christus zich in ons herhaalt, kunnen wij het aan anderen doorgeven. Alleen door de dood van de graankorrel te ervaren, zullen we in het binnenste van de aarde kunnen werken, haar van binnenuit kunnen omvormen, haar vruchtbaar kunnen maken.