Lijst van punten

Er zijn 5 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Jezus Christus  → Christus plaatsen aan de top van de menselijke activiteiten .

De goddelijke betekenis van Jezus’ leven op aarde

Als ik bij de kribbe spreek probeer ik altijd naar Onze Lieve Heer te kijken als naar een kindje dat in doeken gewikkeld op stro ligt, in een voerbak. Hij is nog maar een kind dat niet kan praten, maar omdat ik van Hem wil leren, zie ik Hem toch als leraar en meester. Om in de goddelijke betekenis van het leven van Jezus op aarde te kunnen binnendringen, moeten we zijn leven kennen, het evangelie lezen en ons in de gebeurtenissen van het Nieuwe Testament verplaatsen.

Opdat het leven van Jezus zich in ons eigen leven kan herhalen, moeten we Hem eerst leren kennen door de heilige Schrift te lezen en te herlezen, door er over te mediteren en door steeds weer te bidden, zoals nu, bij de kribbe. We moeten proberen de lessen te begrijpen die Jezus ons als kind al geeft, als een pasgeborene die voor het eerst zijn ogen opent voor onze wereld.

Doordat Jezus als iemand van ons opgroeit en leeft, openbaart Hij ons dat het menselijk bestaan, het gewone leven van alledag, een goddelijke zin heeft. We hebben misschien al vaker over dit alles nagedacht, maar we kunnen opnieuw, vol verwondering, stilstaan bij de dertig verborgen jaren die het grootste deel uitmaken van Jezus” leven onder zijn broeders, de mensen. Jaren in de schaduw, maar voor ons helder als het licht. Meer dan dat: stralende jaren die onze dagen verlichten en er betekenis aan geven, want we zijn gewone christenen die een leven leiden als miljoenen andere mensen op de hele wereld.

Dat was de manier waarop Jezus dertig jaar leefde, als fabri filius, zoon van de timmerman (Mt 13, 55). Pas daarna volgden drie jaar openbaar leven in de drukte van de mensenmassa”s. En de mensen vragen zich verwonderd af: Wie is dat? Waar heeft Hij al die dingen geleerd? Hij had immers het leven geleid van de mensen van zijn streek, Hij was faber, filius Mariae, de timmerman, de zoon van Maria (Mc 6, 3). En Hij was God, die op het punt stond het menselijk geslacht te verlossen en alles naar zich toe te trekken (Joh 12, 32).

Sancta Maria, Stella Orientis

Ik wil eindigen met enkele woorden uit het evangelie van vandaag: Toen zij het huis binnengingen zagen zij het Kind met Maria, zijn Moeder. Onze Lieve Vrouw laat haar Zoon geen ogenblik alleen. De wijzen worden niet ontvangen door een koning die op zijn troon zit, maar door een kind in de armen van zijn moeder. We kunnen de moeder van God, die ook onze moeder is, vragen om ons de weg te bereiden die naar de volheid van de liefde leidt: Cor Mariae dulcissimum, iter para tutum! Allerzoetst hart van Maria, maak de weg veilig! Haar liefdevolle hart kent de veiligste weg om bij Jezus te komen.

De drie koningen hadden een ster, wij hebben Maria, Stella maris, Stella orientis. Wij zeggen haar vandaag: heilige Maria, Sterre der zee, Morgenster, help uw kinderen. Aangezien niemand is uitgesloten van de liefde van Christus, kunnen wij geen grenzen stellen aan onze zorg voor de zielen. De drie koningen waren de eersten van de heidenen, maar sinds de verlossing is volbracht is er geen Jood meer of Griek, geen slaaf of vrije, geen man of vrouw — er bestaat geen enkel onderscheid meer — want allen zijt gij één in Christus Jezus (Gal 3, 28).

De christenen mogen geen mensen buitensluiten, geen scheidingen tussen de zielen aanbrengen of ze in klassen indelen. Velen zullen komen uit het oosten en het westen (Mt 8, 11). In het hart van Christus is plaats voor iedereen. We kijken nog eens naar het Kind in de kribbe: zijn armpjes zijn die van een kind, maar het zijn dezelfde armen die zich zullen uitstrekken aan het kruis en die alle mensen tot zich zullen trekken (zie Joh 12, 32).

Een laatste gedachte over de heilige Jozef, deze rechtschapen man, onze vader en heer, die in deze geschiedenis onopgemerkt blijft, zoals zijn gewoonte is. Ik stel me hem voor als in beschouwend gebed verzonken, terwijl hij vol liefde de Zoon van God beschermt die bij zijn menswording aan zijn vaderlijke zorg is toevertrouwd. De heilige aartsvader geeft zich volledig in een geest van stille en efficiënte dienstbaarheid, met de bewonderenswaardige fijngevoeligheid van iemand die niet voor zichzelf leeft.

Vandaag hebben we gesproken over een leven van gebed en over ijver voor het apostolaat. Wie zou daarvoor een betere leermeester kunnen zijn dan de heilige Jozef? Als je een raad wilt horen die ik al jaren herhaal zonder dat ik er moe van word: Ite ad Ioseph. Ga naar Jozef (Gen 41, 55). Hij zal je concrete wegen wijzen en je menselijke en goddelijke manieren leren om bij Jezus te komen. En net zoals hij zul je dit goddelijk Kind dat voor ons geboren is al vlug in je armen durven te nemen en het kussen, kleden en verzorgen (Uit het gebed tot de heilige Jozef als voorbereiding voor de heilige Mis in het Romeins missaal: O felicem virum, beatum Ioseph, cui datum est, Deum, quem multi reges voluerunt videre et non viderunt, audire et non audierunt, non solum videre et audire, sed portare, deosculari, vestire et custodire!] Als blijk van hun eerbetoon boden de wijzen Jezus goud, wierook en mirre aan; Jozef gaf Hem zijn jong en liefdevol hart, helemaal.

Instaurare omnia in Christo, alles in Christus onder één Hoofd brengen (Ef 1, 10), dit is het motto dat de heilige Paulus aan de christenen van Efeze geeft. De hele wereld in de geest van Jezus vorm geven, Christus in het centrum van alles plaatsen. Si exaltatus fuero a terra, omnia traham ad meipsum, wanneer Ik van de aarde zal zijn omhooggeheven, zal Ik allen tot Mij trekken (Joh 12, 32). Door zijn menswording en zijn arbeidzaam leven in Nazareth, door zijn prediking en zijn wonderen in het land van Judea en Galilea, door zijn dood aan het kruis en zijn verrijzenis, is Christus het centrum van de schepping, de eerstgeborene en Heer van alle schepselen.

Wij hebben als christenen de taak om dit koningschap van Christus door onze woorden en daden uit te dragen. De Heer wil de zijnen op alle kruispunten van de aarde. Sommigen roept Hij tot de afzondering, en doordat zij zich niet mengen in de bedrijvigheid van de samenleving worden de mensen door hun getuigenis aan het bestaan van God herinnerd. Aan anderen vertrouwt Hij het priesterambt toe. De meesten wil Hij midden in de wereld en in de aardse bezigheden. Daarom moeten deze christenen Hem overal uitdragen waar mensen werken: in de fabriek en op het laboratorium, op het land, in de werkplaats, in de drukke straten van de wereldsteden en op de eenzame bergpaden.

In dit verband denk ik graag terug aan het gesprek van Jezus met de leerlingen van Emmaüs. Hij is onderweg met twee mensen die bijna alle hoop verloren hebben en het leven zinloos beginnen te vinden. Hij begrijpt hun verdriet, dringt binnen in hun hart en laat hen delen in iets van het leven dat in Hem is.

Als ze bij het dorp aankomen doet Jezus alsof Hij verder wil gaan. De beide leerlingen houden Hem tegen en dringen aan om bij hen te blijven. Later herkennen ze Hem aan het breken van het brood. Ze roepen uit: de Heer was bij ons! Toen zeiden ze tot elkaar: brandde ons hart niet in ons, zoals Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften ontsloot? (Lc 24, 32). Iedere christen moet Christus bij de mensen bekend maken; hij moet zo leven dat allen die met hem in contact komen de bonus odor Christi, de goede geur van Christus (zie 2 Kor 2, 15) opmerken, en zo handelen dat men door de daden van de leerling heen het gelaat van de Meester kan ontdekken.

Op veel plaatsen in de wereld wordt Onze Lieve Heer op deze feestdag door de christenen in processie vergezeld. Hij trekt, verborgen in de hostie, door de straten en over de pleinen, zoals Hij deed toen Hij op aarde leefde. Hij gaat naar de mensen die Hem willen zien, en de mensen die Hem niet zoeken gaat Hij tegemoet. Zo is Jezus opnieuw onder de zijnen. Hoe is onze reactie op deze oproep van de Meester?

De uiterlijke manifestaties van liefde moeten uit het hart komen en zich vervolgens uiten in het getuigenis van een christelijk gedrag. Als wij als nieuw zijn door het Lichaam van de Heer te ontvangen, dan moeten we dat met feiten laten zien. Onze gedachten moeten echt gedachten van vrede, van overgave en dienstbaarheid zijn. Onze woorden moeten oprecht, duidelijk en opportuun zijn; woorden die kunnen troosten en helpen, maar vooral woorden die anderen naar het licht van God kunnen brengen. Onze handelingen moeten consequent, effectief en juist zijn; daden die de bonus odor Christi, de goede geur van Christus2 Kor 2, 1516) hebben, omdat ze doen denken aan zijn levenswijze.

In veel steden en dorpen op de wereld is Christus aanwezig bij de processie van Sacramentsdag, maar die aanwezigheid, herhaal ik, moet niet iets van één dag zijn, een gebeurtenis die je ziet en daarna weer vergeet. Christus die langskomt brengt ons in herinnering dat wij Hem ook moeten ontdekken in onze dagelijkse bezigheden. De plechtige processie van deze donderdag moet overgaan in de stille en eenvoudige processie van elke christen door het dagelijks leven: een mens onder de mensen, maar met het geluk dat hij het geloof heeft ontvangen en de goddelijke zending heeft gekregen om zo te leven dat hij de boodschap van de Heer nieuw maakt op aarde. We zijn niet zonder fouten, ellende en zonden. Maar God is bij ons en we moeten ter beschikking van Hem staan, zodat Hij bij de schepselen kan blijven langskomen.

We willen de Heer daarom vragen dat Hij ons eucharistische zielen laat zijn, dat onze persoonlijke relatie met Hem zich mag uiten in vreugde, vrede en het verlangen naar gerechtigheid. Dan zullen we het anderen gemakkelijker maken om Christus te herkennen en dragen we eraan bij Hem op de top van alle menselijke activiteiten te plaatsen. De belofte van Jezus zal in vervulling gaan: Wanneer Ik van de aarde zal zijn omhooggeheven, zal Ik allen tot Mij trekken (Jof 12, 32).

Christus aan de top van de menselijke activiteiten

Het is meer dan een mooie droom, het is haalbaar! Als wij maar zouden besluiten de liefde van God in ons hart toe te laten! Christus is gekruisigd en vanaf het kruis heeft Hij de wereld verlost door de vrede tussen God en de mensen te herstellen. Daar herinnert Jezus iedereen aan: Et ego, si exaltatus fuero a terra, omnia traham ad meipsum, en wanneer Ik van de aarde zal zijn omhooggeheven, zal Ik alles tot Mij trekken (Joh 12, 32). Als jullie Mij aan de top van alle activiteiten plaatsen, als jullie ieder ogenblik je plicht vervullen, als jullie in het grote en in wat klein lijkt van Mij getuigen, dan omnia traham ad meipsum, zal ik alles tot Mij trekken. Mijn rijk onder jullie zal een realiteit zijn!

Christus onze Heer wil ook vandaag het zaad van het heil onder alle mensen en over de hele schepping uitzaaien, in onze wereld die goed is omdat zij uit de handen van God is voortgekomen. Het was de belediging van Adam, de zonde van de menselijke trots, die de goddelijke harmonie in de schepping verbrak.

Maar toen de volheid van de tijden gekomen was, heeft God de Vader zijn eniggeboren Zoon gezonden die — door het werk van de heilige Geest — het vlees heeft aangenomen uit de Maagd Maria om de vrede te herstellen en de mensen vrij te kopen van de zonde, ut adoptionem filiorum reciperemus (Gal 4, 5), opdat wij kinderen van God zouden worden die bij machte zijn om deel te hebben aan het goddelijk leven. En zo is het aan deze nieuwe mens gegeven, aan dit nieuwe geslacht van kinderen van God (zie Rom 6, 4-5), de hele wereld te bevrijden van de wanorde en alles te herstellen in Christus (zie Ef 1, 9-10), die alles met God heeft verzoend (zie Kol 1, 20).

Dit is onze christelijke roeping, dit is onze apostolische taak en dit is de ijver die ons moet verteren: bereiken dat het koninkrijk van Christus werkelijkheid wordt, haat en wreedheid uitbannen, de krachtige en vredelievende balsem van de liefde op aarde verspreiden. Laten we vandaag aan onze koning vragen dat Hij ons nederig en vastbesloten laat meewerken met het goddelijk plan, om bij elkaar te brengen wat gebroken is, te redden wat verloren is, om orde te brengen in wat de mens tot een wanorde heeft gemaakt, op de goede weg te brengen wat van de weg is afgeraakt, om de harmonie in alles wat geschapen is te herstellen.

Het christelijk geloof accepteren, betekent dat je je verplicht de zending van Jezus onder de mensen voort te zetten. Ieder van ons moet alter Christus, ipse Christus zijn, een andere Christus, Christus zelf. Alleen dan zullen we die grote, enorme, oneindige taak op ons kunnen nemen: alle tijdelijke structuren van binnenuit heiligen, en daar het zuurdesem van de verlossing brengen.

Ik spreek nooit over politiek. Ik zie de taak van de christenen op aarde niet als het vormen van een politiek-religieuze stroming — dat zou dwaasheid zijn —, zelfs niet als men dit met de goede intentie doet om de geest van Christus in alle menselijke activiteiten uit te dragen. Het hart van ieder mens, wie het ook is, moet naar God gebracht worden. Laten we proberen om met iedere christen op zo'n wijze te spreken dat hij door woord en voorbeeld getuigenis kan geven van het geloof dat hij belijdt, waar hij ook is, en niet alleen in omstandigheden die worden bepaald door zijn plaats in de Kerk of in de maatschappij, maar in alle mogelijke situaties van zijn leven.

De christen heeft, zoals ieder mens, het volste recht om in de wereld te leven. Als hij toelaat dat Christus in zijn hart woont, dat Christus daar heerst, dan zal de verlossende werkzaamheid van de Heer heel duidelijk uit zijn doen en laten blijken. Het is van geen enkel belang of die bezigheid hoog of laag staat aangeschreven, want wat menselijk gezien hoog is kan in de ogen van God laag zijn, en wat wij gering of bescheiden noemen kan een christelijke top van heiligheid en dienen zijn.