Lijst van punten

Er zijn 12 punten in «De Voor» waarvan het onderwerp is arbeid → zichzelf heiligen door te werken.

Veel materiële, technische, economische, sociale, politieke en culturele zaken worden, als ze aan zichzelf worden overgelaten, of als ze in handen zijn van mensen die het licht van ons geloof missen, enorme hinderpalen voor het bovennatuurlijk leven: zij gaan als het ware een gesloten blok vormen dat vijandig staat tegenover de Kerk.

Jij - als onderzoeker, schrijver, wetenschapper, politicus, arbeider - hebt als christen de plicht om die werkterreinen te heiligen. Besef dat het hele heelal - zoals de Apostel schrijft - zucht als in barensweeën, in afwachting van de bevrijding van de kinderen van God.

Werken is de oorspronkelijke roeping van de mens, het is een zegen van God en degenen die het als een straf beschouwen vergissen zich jammerlijk.

De Heer, de beste van alle vaders, plaatste de eerste mens in het paradijs ut operaretur - opdat hij zou werken.

Studie, werk: plichten waaraan geen christen zich mag onttrekken; middelen waarmee we ons kunnen verdedigen tegen de vijanden van de Kerk en waarmee we - via ons beroepsprestige - zoveel andere zielen kunnen aantrekken, die hoewel ze goed zijn, geïsoleerd strijden. Het zijn de meest elementaire wapens voor degene die een apostel wil zijn midden in de wereld.

Het helpt je erg - zeg je me - als je aan het volgende denkt: hoeveel zakenmensen zijn er misschien niet heilig geworden sinds de tijd van de eerste christenen?

En je wilt aantonen dat dat ook nu nog mogelijk is - De Heer zal je daarbij niet in de steek laten.

Werk dat menselijk gesproken knoeiwerk is, kan niet geheiligd worden, want wij mogen God geen slecht verrichte taken aanbieden.

Een voor een hedendaagse christen nog steeds actuele, heldhaftige opdracht: de meest uiteenlopende bezigheden op een heilige manier verrichten, hoe onbelangrijk ze ook lijken.

Laten we werken, veel en goed werken, zonder dat we uit het oog verliezen dat ons beste wapen het gebed is. Daarom word ik niet moe te herhalen dat wij contemplatieve zielen midden in de wereld moeten zijn, die van hun werk gebed proberen te maken.

Je schrijft me terwijl je in de keuken zit, bij het fornuis. Het wordt avond. Het is koud. Naast je zit je jongere zus aardappelen te schillen. Als laatste van jullie heeft ook zij de - goddelijke dwaasheid - ontdekt om haar christelijke roeping op totale wijze te beleven. Ogenschijnlijk - denk je - is haar werk hetzelfde als van vroeger. En toch, er is zo'n groot verschil!

Dat is waar: vroeger deed ze niets anders dan aardappels schillen; nu heiligt ze zich door aardappels te schillen

Je beweert dat je langzamerhand begint te begrijpen wat bedoeld wordt met - priesterlijke ziel - Word niet boos als ik je daarop zeg dat de feiten laten zien dat je het - alleen maar in theorie begrijpt. - Iedere dag gebeurt je hetzelfde: bij je gewetensonderzoek 's avonds zijn het een en al wensen en voornemens; 's morgens en 's middags bij je werk, een en al protest en uitvluchten.

Beleef je zo het “heilig priesterschap, om aan God geestelijke offers aan te bieden die Hem welgevallig zijn, door Jezus Christus”?

Bij het hervatten van je gewone werk slaakte je als een kreet van protest: “steeds weer hetzelfde!”. En ik zei je: - Ja, steeds hetzelfde. Maar die doodgewone taak - die je collega's ook doen - moet een voortdurend gebed voor je zijn, dat je iedere dag moet bidden met dezelfde innige woorden, maar op een andere melodie.

Het is juist onze taak om het proza van dit leven om te zetten in heldendichten.

Het aantal dwazen, waarvan je in de heilige Schrift leest dat het oneindig is, stultorum infinitus est numerus, lijkt iedere dag nog groter te worden. In hoeveel maatschappelijke posities en onverwachte situaties, die varen onder de vlag van het prestige dat het ambt - en zelfs de - deugd - verleent, heb je niet onzinnige ideeën en gebrek aan gezond verstand te verduren!

Maar ik kan niet begrijpen dat je de bovennatuurlijke zin van het leven kwijtraakt en er onverschillig bij blijft: je innerlijke toestand moet wel diep gezakt zijn, als je die situaties - die je nu eenmaal moet verdragen! - laat voor wat ze zijn uit zuiver menselijke motieven…

Als je ze niet helpt om de goede weg te vinden, met verantwoordelijk en goed afgemaakt - dus geheiligd! - werk, dan word je ten slotte zoals zij, dwaas, of ben je hun medeplichtige.

Om het werk van een ander te kleineren fluisterde je: Hij heeft niet meer gedaan dan zijn plicht.

Ik zei daarop: - Vind je dat weinig? - De Heer geeft ons het geluk van de hemel als we onze plicht hebben gedaan: Euge serve bone et fidelis - intra in gaudium Domini tui, welnu, goede en getrouwe knecht, treed binnen in de eeuwige heerlijkheid!

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift