Lijst van punten

Er zijn 4 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Jezus Christus  → Christus aanwezig in de h. Eucharistie.

Het Paasfeest was op handen. Jezus die wist dat zijn uur gekomen was om uit deze wereld over te gaan naar de Vader, en die de zijnen in de wereld bemind had, gaf hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe (Joh 13, 1). Deze woorden van de heilige Johannes kondigen de lezer van zijn evangelie aan dat er op die dag iets belangrijks gaat gebeuren. Het is, zoals ook de heilige Lucas in zijn verslag optekent, een van liefde bewogen inleiding op wat komen gaat: Vurig heb Ik verlangd, verklaart de Heer, eer Ik ga lijden, dit paasmaal met u te eten (Lc 22, 15). Laten we aan de heilige Geest vragen ons te helpen om elke uitdrukking en elk gebaar van Jezus te begrijpen, omdat wij een bovennatuurlijk leven willen leiden, omdat de Heer ons gezegd heeft dat Hij zich als voedsel wil geven voor onze ziel en omdat wij erkennen dat alleen Hij woorden van eeuwig leven heeft (Joh 6, 69).

Het geloof laat ons met Simon Petrus belijden: Wij geloven en weten dat Gij de Christus zijt, de zoon van God (Joh 6, 70). En door het geloof dat met onze vroomheid versmolten is, durven wij op deze heilige momenten het stoutmoedige voorbeeld van Johannes te volgen en ons hoofd tegen de borst van de Meester te leggen (zie Joh 13, 25) die — zoals we zojuist hebben gehoord — de zijnen vurig liefhad en in zijn liefde tot het uiterste ging.

Alles wat gezegd kan worden om, al is het maar bij benadering, het mysterie van Witte Donderdag uit te leggen, is heel armzalig. We kunnen ons wel enigszins een voorstelling maken van de gevoelens van het hart van Jezus op die avond, de laatste die Hij met de zijnen doorbracht, vóór het offer van Calvarië.

We kunnen denken aan een heel menselijke ervaring zoals het afscheid van twee mensen die van elkaar houden. Ze zouden voor altijd bij elkaar willen blijven, maar de plicht of wat het ook mag zijn dwingt hen uit elkaar te gaan. Wat zij het liefst willen, kan niet. Hoe groot de menselijke liefde ook is, zij stuit op grenzen, en ze moet de toevlucht nemen tot symbolen. De personen die afscheid nemen kunnen elkaar een aandenken geven, misschien een foto waarop ze zulke warme woorden schrijven dat het je verbaast dat het papier niet vlam vat. Maar meer ook niet, want schepselen zijn niet bij machte al hun wensen te verwezenlijken.

Wat wij niet kunnen, kan God wel. Jezus Christus, volmaakt God en volmaakt mens, laat geen symbool achter, maar een werkelijkheid. Hij blijft. Hij zal naar de Vader gaan, maar Hij zal ook onder de mensen blijven. Hij geeft ons geen cadeau dat de herinnering aan Hem wakker houdt, geen afbeelding waarvan de contouren na verloop van tijd verbleken, of een foto die al snel vervaagt en vergeelt en die geen betekenis heeft voor iemand die niet aanwezig was. Hij is onder de gedaanten van brood en wijn werkelijk aanwezig, met zijn Lichaam, zijn Bloed, zijn Ziel en zijn Godheid.

Het brood van het eeuwige leven

Nu we dit overdenken zou ik graag willen dat wij ons bewust worden van onze zending als christen en dat we onze ogen weer richten op de heilige Eucharistie, op Jezus die onder ons aanwezig is en ons tot zijn ledematen heeft gemaakt: Vos estis corpus Christi et membra de membro, gij zijt het lichaam van Christus, en ieder van u is een lid van dit lichaam (1 Kor 12, 27). God heeft besloten in het tabernakel te blijven om ons te voeden, te sterken, ons te vergoddelijken en ons werk en onze inspanningen doeltreffend te maken. Jezus is tegelijk de zaaier, het zaad en de vrucht van het zaaien: het brood van eeuwig leven.

Dit wonder van de heilige Eucharistie, dat voortdurend wordt hernieuwd, heeft alle kenmerken van de manier waarop Jezus handelt. Als volmaakt God en volmaakt mens, als de Heer van hemel en aarde, biedt Hij zich op een heel natuurlijke en gewone manier als dagelijks voedsel aan ons aan. Zo wacht Hij al tweeduizend jaar op onze liefde. Dat is erg lang, maar ook weer niet, want waar liefde is vliegen de dagen voorbij.

Dit doet me denken aan een lieflijk gedicht uit Galicië, een van de liederen van Alfonsus X, de Wijze. Het is de legende van een monnik die in zijn eenvoud aan de Maagd Maria vroeg om de hemel te mogen zien, al was het maar voor een ogenblik. Zij verhoorde zijn wens en de goede monnik werd meegenomen naar het paradijs. Toen hij terugkwam herkende hij niet één van de bewoners van het klooster: zijn gebed, dat hem heel kort had geleken, had drie eeuwen geduurd. Drie eeuwen zijn niets voor een hart dat werkelijk liefheeft. Zo zie ik de tweeduizend jaar wachten van Onze Lieve Heer in de Eucharistie. Het is het wachten van God die de mensen liefheeft, die ons zoekt, die van ons houdt zoals we zijn — beperkt, egoïstisch en grillig — maar met de capaciteiten om zijn oneindige liefde te ontdekken en ons helemaal aan Hem te geven.

Uit liefde en om ons te leren liefhebben is Jezus op aarde gekomen en bij ons gebleven in de Eucharistie. Die de zijnen in de wereld had bemind gaf hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe (Joh 13, 1). Met deze woorden begint de heilige Johannes te vertellen wat er op die vooravond van Pasen gebeurde toen Jezus, zoals de heilige Paulus schrijft, brood nam, en na gedankt te hebben het brak en zei: Dit is mijn lichaam voor u. Doet dit tot mijn gedachtenis. Zo ook nam Hij na de maaltijd de beker, met de woorden: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. Doet dit elke keer dat gij hem drinkt, tot mijn gedachtenis (1 Kor 11, 23-25).

Een nieuw leven

Dit is het eenvoudige en plechtige ogenblik van de instelling van het Nieuwe Verbond. Jezus schaft de oude praktijk van de Wet af en openbaart ons dat Hijzelf de inhoud van ons gebed en van ons leven is.

Kijk eens hoe de liturgie vandaag overloopt van vreugde: Dat onze lof vol en krachtig en blij is (Sequentie Lauda Sion). Met christelijke blijdschap wordt de komst van de nieuwe tijd bezongen: Dit nieuwe Paasmaal sluit het oude Pasen af. Het oude wijkt voor het nieuwe, de schaduw voor de werkelijkheid, de nacht verdwijnt voor de dag (Ibid).

Het is een wonder van liefde. Dit is het ware brood van de kinderen (Ibid). Jezus, de eerstgeborene van de eeuwige Vader, biedt zich als voedsel aan ons aan. En dezelfde Jezus die ons hier sterkt, wacht ons in de hemel op als zijn disgenoten, mede-erfgenamen en medeburgers, (Ibid) want hoewel degenen die zich met Christus voeden de aardse, tijdelijke dood zullen sterven, zullen zij voor eeuwig leven, omdat Christus het onvergankelijke leven is [H. Augustinus, In Ioannis Evangelium tractatus, 26, 20 (PL 35, 1616)].

Voor de christen die zich met het blijvende manna van de Eucharistie sterkt, breekt het eeuwige geluk nu al aan. Het oude is voorbij; laten we alles wat vergankelijk is opzij zetten, voor ons moet alles nieuw worden: de harten, de woorden en de daden (Hymne Sacris solemnis).

Dit is de blijde boodschap, het goede nieuws. Het is echt nieuws, want het is nieuw, het vertelt ons over de diepte van een liefde waarvan wij geen vermoeden hadden. Het is goed want er is niets beter dan ons innig te verenigen met God, het hoogste Goed. Het is het goede nieuws omdat het ons op een manier die niet onder woorden te brengen is, laat vooruitlopen op de eeuwigheid.

Vruchtbaarheid van de Eucharistie

Het was nacht toen de Heer bij het Laatste Avondmaal de Eucharistie instelde, wat duidelijk liet zien – aldus de heilige Johannes Chrysostomus — dat de tijden vervuld waren [In Matthaeum homiliae, 82, 1 (PG 58, 700)]. De nacht viel over de wereld omdat de oude riten, de tekenen van de oneindige barmhartigheid van God voor de mensheid, volledig in vervulling zouden gaan en de weg werd gebaand voor een echte dageraad: het nieuwe Pasen. De Eucharistie werd in de nacht ingesteld als voorbereiding op de ochtend van de verrijzenis.

Ook in ons leven moeten wij die dageraad voorbereiden en al het vergankelijke of schadelijke dat nergens voor dient van ons afschudden: ontmoediging, wantrouwen, neerslachtigheid, lafheid. De Eucharistie brengt de kinderen van God een nieuwe aanwezigheid van het goddelijke en daaraan moeten we in novitate sensus, met een nieuw inzichtRom 12, 2] beantwoorden door heel ons voelen en handelen te vernieuwen. Er is ons een nieuwe krachtbron gegeven, een sterke wortel die op Christus is geënt. Nu we het Brood voor vandaag en voor altijd hebben ontvangen, kunnen we niet meer naar het oude zuurdeeg terugkeren.