Lijst van punten

Er zijn 21 punten in «De Smidse» waarvan het onderwerp is apostolaat → apostolische ijver .

Heer, laat uw kinderen zijn als gloeiende kooltjes, maar zonder steekvlammen die van verre zichtbaar zijn. Kooltjes die de eerste vonk doen overspringen naar elk hart waarmee ze in aanraking komen…

Gij zult ervoor zorgen dat die vonk een uitslaande brand wordt. Uw engelen - ik weet het, ik heb het gezien - zijn experts in het aanwakkeren van gloeiende vuurresten in het hart van de mensen… En een hart zonder sporen van as kan toch alleen maar van U zijn.

Wat de Meester verlangt is dat jij - midden in de wereld waarin we leven en bij alles wat de mensen ondernemen - zout en licht bent. Licht dat het verstand en het hart van allen verlicht. Zout dat smaak geeft aan het leven en het beschermt tegen bederf.

Maar als het je aan apostolische ijver ontbreekt, zul je zonder kracht en zonder nut zijn. Je zult de anderen teleurstellen en je leven zal zijn doel voorbijschieten.

Als je echt een 'andere Christus' bent en je gedraagt als een kind van God, zul je alles in vuur en vlam zetten, wáár je ook bent. Christus raakt alle harten, Hij laat er niet één onberoerd.

Ik zie uw Kruis, Jezus, en ben gelukkig met uw genade, want de Heilige Geest is ons geschonken als beloning voor uw Calvarië… En elke dag geeft U zich aan mij, vol liefde - dwaas van liefde! - in de heilige Hostie… En U hebt me kind van God gemaakt! En U hebt mij uw Moeder gegeven.

Ik kan U daarvoor niet genoeg bedanken. Een andere gedachte die bij me opkomt, Heer: er zijn zoveel zielen die nog zo ver van U zijn!

Voed in je leven een hartstocht voor het apostolaat, zodat ze Hem leren kennen… Hem beminnen… en zich door Hem bemind weten!

Je schreef: “Mijn Koning, ik hoor U roepen met een luide stem die in mij blijft naklinken: Ignem veni mittere in terram, et quid volo nisi ut accendatur? Vuur ben Ik op aarde komen brengen, en wat zou ik anders verlangen dan dat het oplaait?”

Je voegde eraan toe: “Heer, ik antwoord U uit het diepst van mijn hart, met al mijn krachten en vermogens: Ecce ego quia vocasti me, Hier ben ik omdat U mij geroepen hebt!”

Moge dit antwoord een dagelijkse realiteit zijn.

Lieve Moeder… leid ons tot die dwaasheid die ook anderen 'dwaas' maakt omwille van Christus.

Lieve Moeder Maria, laat onze liefde geen bedrieglijk vuur van dwaallichten zijn, veelal het product van in ontbinding verkerende stoffelijke resten… Laat het een gretig om zich heen grijpend vuur zijn, dat alles waarmee het in aanraking komt aansteekt.

Laat de kans niet voorbijgaan iemand met wie je in aanraking komt - wie dat ook mag zijn -, op een ongedwongen manier aan te steken met je blijdschap, met de levensvreugde van een kind van God.

Laat je naastenliefde blij, hartelijk, diep menselijk en bovennatuurlijk zijn. Houd van de mensen en je zult ze met een oprecht gemeende glimlach tegemoet gaan en hun bedoelingen en gevoelens kunnen begrijpen.

Als je met zachtheid en met kracht optreedt, zonder concessies te doen in je gedrag of in de geloofsleer, zal de liefde voor Christus - als je die goed beleeft - van jou een apostel maken. Je zult een steeds groter verlangen hebben om voor de zielen te werken.

Kind, heb je niet dat brandend verlangen om te bereiken dat iedereen van Hem gaat houden?

Christen zijn in de wereld betekent niet dat je je afzondert. Integendeel! Het betekent dat je alle mensen liefhebt en ernaar verlangt hen aan te steken met het vuur van de liefde tot God.

Je zou als een gloeiend kooltje moeten zijn, dat alles in brand steekt waarmee het in aanraking komt. Maar zorg er in ieder geval voor dat de geestelijke temperatuur van de mensen in jouw omgeving stijgt, wat kan, als je hen tot een intens christelijk leven aanzet.

Zie in iedere mens met wie je in contact bent een ziel: een ziel die je moet helpen, die je moet begrijpen, waarmee je veel moet delen en die gered moet worden.

Jij, apostel, bid als volgt: Heer, maak dat ik de mensen weet wakker te schudden en in allen het vuur van de Liefde weet te ontsteken, dat de enige motor voor onze inzet moet zijn.

In de grote mensenmassa - waarvan alle zielen voor ons meetellen - dien jij gist te zijn die, met de hulp van Gods genade en jouw beantwoording daaraan, overal op de wereld actief is en kwaliteit, smaak en volume geeft, zodat het brood van Christus daarna andere zielen kan voeden.

Verdedig de waarheid met liefde en vastberadenheid als het om de zaken van God gaat. Breng de heilige durf op om dwalingen aan de kaak te stellen die soms kleine listen zijn, soms ook weerzinwekkende redeneringen, of met geen pen te beschrijven onwetendheid. Gewoonlijk geven ze de onmacht aan van mensen die de vruchtbaarheid van Gods woord niet kunnen verdragen.

De dag waarop jij je niet langer inzet om anderen dichter bij God te brengen - terwijl je altijd een gloeiend kooltje moet zijn -, verander je in een waardeloos restje kool dat wordt weggegooid, of in een hoopje as dat door een zuchtje van de wind uiteengeblazen wordt.

Vuur moet je brengen. Je moet zelf branden en anderen aansteken met het vuur van liefde tot God, van trouw, van apostolaat.

Het hangt ook van jou af of velen niet langer in de duisternis blijven, maar de paden gaan die naar het eeuwig leven leiden.

Je overweegt de schoonheid, de grootsheid en de doeltreffendheid van het apostolaat, en je zegt me dat je hoofd pijn doet bij de gedachte aan de weg die nog afgelegd moet worden; er wachten zoveel zielen! Je voelt je zielsgelukkig wanneer je je aan Jezus aanbiedt als zijn slaaf. Je verlangt naar het Kruis en naar het lijden, naar de Liefde en de zielen. Zonder het te willen strek je met een instinctief gebaar - dat is Liefde - je armen uit en open je de palmen van je handen, opdat Hij jou aan zijn gezegend Kruis nagelt: om zijn slaaf te zijn. Serviam, ik zal dienen! Dat is heersen.

Sterven is een goede zaak. Hoe is het mogelijk dat iemand die gelooft, bang is voor de dood…? Maar zolang de Heer je op aarde wil laten blijven, zou het laf zijn te willen sterven. Leven: uit liefde leven, lijden en werken. Daar moet het jou om gaan.

Je werd heel ernstig toen je me hoorde zeggen: Ik aanvaard de dood wanneer Hij wil, zoals Hij wil en waar Hij wil. En tegelijkertijd denk ik dat het 'te gemakkelijk' is vroeg te sterven, want we moeten vele jaren willen werken voor Hem en - om Hem - ten dienste van de anderen.

Sterven…? Nogmaals: te gemakkelijk!

Je zou zoals die heilige bisschop, die oud en ziek was, moeten zeggen: Non recuso laborem, Heer, zolang ik U van nut kan zijn, schrik ik er niet voor terug om voor U te leven en te werken.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift